vorige

 

1.5    AAN ELKAAR DOORGEVEN …HET… LIEFDESVUUR …

 

Laten we het dan eens over “Universele Liefde” hebben. En ons afvragen wat betekent nou Universeel en wat betekent Liefde, in verband met het ‘aan elkaar doorgeven? ‘Universeel’ heeft de betekenis, dat het voor alles en iedereen hetzelfde is. Dezelfde kracht, dezelfde uitwerking, en dat het voor niemand uitgesloten is.

Liefde zou ‘hier’ ook de betekenis kunnen hebben van vonk, ‘vonk van levenskracht’ afkomstig vanuit een ontstaansbron, of een begin waarvan wij de oorsprong niet kunnen weten, aanwezig in alles wat leeft en in het bijzonder in mensen.

En laten we ons dan eens voorstellen dat die vonk, of dat liefdesvuur, afkomstig is van een bron, zoals het licht afkomstig is van de zon. En dat al die vonken, al dat liefdesvuur in ons allen werkzaam is. En dat wij deze vonken, kunnen doen oplaaien, of daar waar het smeulend aanwezig is, kunnen aanwakkeren.

Dan zou ik me kunnen voorstellen, dat wij die ‘vonkjes van liefdesvuur’ aan elkaar gaan doorgeven, of allicht beter gezegd, dit vuur in elkaar aanwakkeren, het in elkaar doen oplaaien. Wellicht is het dàt wel, wat je “Universele Liefdes Werkelijkheid” zou kunnen noemen.

Aan elkaar doorgeven is de titel van dit vers, en doorgeven is; weggeven én ontvangen, in de betekenis van ‘wederkerigheid’ …. Je geeft iets weg, dat je ook weer terug kunt ontvangen. En dat hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn, gewoon even iemand gedag zeggen, elkaar even aankijken, een glimlach laten zien. Iemand een hand geven of een schouderklopje, met de betekenis van; goed dat je er bent. Of even stil staan voor een vreemdeling die jou iets vragen wil.

“Universele Liefdes Werkelijkheid” is volgens mij, de ‘kernboodschap’ die alle religies met elkaar gelijk hebben.

Aan ‘elkaar’ doorgeven dus, zorgen dat het ‘liefdesvuur’ brandend blijft. Dit vuur in ‘elkaar’ aanwakkeren, door durf. Durf te zeggen, ik vindt je leuk, je mag er zijn, je mag binnenkomen in de cirkel van mijn bestaan.

Wees niet bang voor ontmoeting, en laten we vooral niet bang zijn voor het ‘onbekende’ in de ander …, want angst belemmert ons, angst maakt ons onzeker, angst dooft vonkjes van liefde. En: dit vuur van liefde dat we aan elkaar kunnen of willen doorgeven …

Dat bevrijdt ons

Bevrijdt ons van angst …

bevrijdt ons van onzekerheid …

 

En geeft ons

Een lach op het gezicht

en vreugde in ons hart.