vorige

 

3.8 Lofzang 25 … ars amadi … …

 MIJN VERLANGEN GAAT UIT NAAR JOU …

 Naar jou hef ik mijn ziel, O “Machtig ‘Strijdloos’ Liefdesvermogen” in de liefde ontmoet ik jou. Door ‘jou’ kom ik tot rust, jou vertrouw ik tot in het uiterste van mijn kunnen.

 ‘Niet’ schaam ik mij, in mijn onvermogen ‘jou’ lief te hebben in de ‘ander’, mijn ‘tegenover’, telkens weer krijg ik een kans, mijn leven te verbeteren. Heel mijn ‘zijn’, wil zich richten naar jou, nooit zal ik te schande staan, ook al heb ik soms gefaald in de liefdeskunst.

 Naar ‘jou’ verheft zich mijn ziel, “mijn Machtig ‘Strijdloos’ Liefdesvermogen’ ... Mijn ziel heeft ze lief, de ‘anderen’ die aan mij voorbij gaan. Zij gaan hun eigen weg. En ‘soms’ ontmoeten wij elkaar weer op de kruispunten van onze wegen, en in ons liefdesverlangen. Dan staan we even stil, om te herkennen in elkaar, waar onze zielen naar verlangen.

 “Jij”, bent er om de gespannenheid van mensen in hun dagelijks leven, te verlichten.

 Mijn verlangen gaat uit naar jou, door en met de anderen. En dan buigen wij ons naar ‘elkaar’, of … naar de onschuld van een kind. Of naar de klank en kleur van een muziekstuk, of de stralende kleurenpracht van een bloem.

 Dan … besef ik dat we nog veel te ervaren en te leren hebben, door ‘ars amandi’. En dat betekent; ‘vaardigheid door liefdesbeleving’.

 Naar jou verheft zich mijn ziel, O, Machtig ‘Strijdloos’ Liefdesvermogen. In de liefdeskunst, kom ik tot actie, en mijn ziel tot actieve rust.

 

La Lucas

2014-12-12