vorige

 

4.4 GOD MOET JE ZOEKEN IN JE ZELF …

 

God kun je maar beter zoeken in je zelf. En je ‘zelf’ bevindt zich in jouw, en als je blijft zoeken, vindt je God in jezelf, in je ziel, je ‘wezenlijke’ zelf.

 En het is zo, dat; “DatWatGodIs” zich in onze ziel een beeld heeft kunnen vormen, een beeld van liefde. En liefde komt via de ziel bij ons naar binnen, en gaat via ons hart naar buiten, en dat wordt voor iedereen zichtbaar als ‘werkende liefde’.

 Zo mooi Zo schoon Zo zichtbaar

Zo tastbaar  Zo deelbaar

 Dit is zo betekenisvol, dat het ons als persoon tekent; zodanig, dat wij ‘doortekend’ worden als een werkelijkheid die er niet om liegt.

Het is zo, dat liefde zich verdiept in ons, als ‘liefde van de minne’, die zichzelf voortdurend terugvindt in het andere, door liefde/wisseling tussen het een en het andere, in jou en mij, in ons. En ook door de wisseling der natuurgetijden worden wij aangespoord, om als vanuit een natuurlijk instinct te blijven zoeken.

Zo kan je God vinden in ‘liefdes wederkerigheid’, zo kan je de tekening van God zien in ‘de ander’. ‘Vormende werkelijkheid’ door de momenten van ontmoeting in elke dag. En mocht jij die liefde niet kunnen vinden in de ander, zoek de liefde dan in jezelf, in je ‘bestaan’. Want wij zijn de tempels, het huis en de plaats van de wereld, waar liefde het beste in gedijd.

In ons is er soms ‘roering’, en wel tussen de liefdesmomenten die wij ‘samen’ beleven. Dat hoort echter in de wisselvalligheid van onze werkelijkheid, in ons bestaan.

In de hemel hoeven wij God niet meer te zoeken, zoek hem in jezelf, of via het ‘contact’ met een ander, daar zal je het ‘Goddelijke’ kunnen vinden, als het dat is wat je zoekt. Zoek het in mensen, daar bevindt zich de Universele Grootmacht, die we al eeuwen zoeken en vinden zullen, ‘in haar veelvuldigheid’.

God dienen we te blijven zoeken en we zullen haar vinden. In onszelf en in elkaar. Daar bevindt zich ‘Zijn Almacht’, lees; ‘onze Almacht’.

 

La Lucas