vorige pagina

 

"HERFSTGEDACHTEN" …

 

Het is dan alsof het bos hier mij wil zeggen, kijk dan toch naar hoe mooi ik aan het worden ben in dit jaargetij. Dat een kleurrijk stervensproces is, terwijl je ziet, dat het ook een ‘nieuwe’ levensenergie fase aan het voorbereiden is.

 Hoe mooi is dit ‘ontbindingsproces, van een stervensproces’, dat alle kleurschakeringen van de regenboog in zich heeft, het is voedzaam voor het oog, èn van mijn ziele leven. Het is een wonder, dat ik het als mens ieder jaar weer meebeleven mag. Dit ‘versterven’ in al haar kleurschakeringen mee mogen maken, is als een ‘hoopvol weten’, als een voorbeeld voor mij, om als mens door te mogen gaan in de gang der dingen.

 Alsof er een noodzakelijke ‘verscheidenheid’ in ‘ontkrachting’ plaats vindt, vanuit de stam, vanuit het oorspronkelijke ‘stamvader groeibeginsel’ dat al het leven kenmerkt. De voeding vanuit de kern, de bron, alsof het levens sap zich hier terugtrekt, om even op adem te komen, zich terugtrekt uit de beschermende buiten-laag, de schil van een boom of blad.

 Paddenstoelen groeien daarbij welig tierend op rottend sediment van stervensgewas. Oude bomen staan hier in beukige stevigheid te staan, nat en donker gekleurd door het herfstgetij. Staande in eeuwige standvastigheid straalt het onwankelbaarheid uit, te midden van vallende vergane glorie in groen en bruintinten, dat een tapijt vormt van bruingeel gebladerde ondergrond.

 God nog aan toe wat een levensloop, een levens beëindiging in de natuur. Wanneer is er dan echt sprake van doodgaan en wanneer van afsterving, en wanneer van ontzieling of de dood? De eerste dood niet sterven betekent toch leven in ontvankelijkheid terwijl het lichaam vergankelijk is, en toch blijft het ‘wezenlijke’, deel uitmaken van dat wat onvergankelijk is, het ‘geestelijke’ het ‘eonische’ bovenzintuiglijke, het door velen van ons kenbare.

 

31 oktober 2009

Veluwezoom

Anthoon Lucas