vorige pagina

 

 

“Heilige grond”

of: ‘WERKEND’ Leven?

 BOMEN EN STILTE …

 Het heeft wel iets van een geweide stilte, hier waar ik me nu bevind, lange lanen, hoge bomen, volstrekte rust, geen gehaast van fietsers of jachtende mensen. Alleen en ‘alleenzaam’ in deze stilte, met af en toe het knakken van te droge takken, uitgedroogd tot in het bot. Vallend door de warmte, en bomen die niet van plan zijn te bewegen door de wind, want die is er niet …

 Wel is er het bewegen van zonnestralen die op dit uur van de dag in rustige vertrouwde zekerheid, kleurschakeringen en schaduw-partijen laten zien in het lover en doorkijkjes dat het bos diep en wijd maakt.

 Ondanks het geraas van een overvliegende straaljager, is er hier een immense stilte, doordrongen van een aanwezigheid dat niet in woorden uit te drukken valt. Het is weldadig, hemelsbreed, bomen-toppen overstijgend, en van een grondvriendelijke zekerheid.

 Het is oorsuizend en struikgewas doordringend, en mij, klein mensje, tot staan dwingend. En na een uurtje ben ik er nog, zittend op een bankje, en langzaam komen de herinneringen boven, ik was hier al eerder, ik herken de plek aan de bank en het padenpatroon. Ja, … het is een flinke sprong terug in de tijd, toen er nog zoveel mogelijk leek, en te ontdekken viel.

 Er kwamen andere tijden, en nu besef ik dan, dat er al weer een periode afgesloten gaat worden. En bevind ik mij hier in een stilte van ‘een verborgen weten’, van het ‘verruiming-weide’ van een niet weten hoe verder. En dat het hoe dan ook vorm krijgt, niet betekeningloos, wel herkenbaar voor velen, die ook op zoek zijn naar het ‘weten’ in het ‘niet weten’, in ‘dat’ wat zich bevindt boven ons, of ver achter de horizon.

 

Toch blijft het me verbazen dat in deze serene rust, dat er geen mensen passeren of aanwezig zijn. Nu ik dit neerschrijf komen net twee wandelaars langs, die zoekende zijn naar de juiste richting. Ik weet wel waar ik ben, in de buurt van de Carolinahoeve, en onderaan het begin van een kathedraalachtig met een bomenrij gevuld bospad. Dat ontzag oproept door de groeikracht van deze natuur.

Ik weet niet hoe laat het is, maar dat is ook niet zo belangrijk, belangrijk is hier aanwezig te zijn, en de stilte en de rust binnen laten komen, deze stilte mag me overheersen, boven mijn plannen en ‘doe’ dingen uitstijgend.

 Het is alsof … zoals in een kerk of kathedraal; je enkel en alleen aanwezig bent voor God, of; voor de alles overstijgende, scheppende, vormende, sturende kracht of macht van de natuur, dat altijd maar door, weet waar het naar toe wil, niet alleen in het aardse, vooral ook in de mens, dat er geen terug meer is, en eerder gedane ontwikkelingen niet meer ongedaan kunnen worden gemaakt vooral wat de natuur aangaat.

 Altijd en ten eeuwige dage, is er die “immanente” grootheid en expansiedrift van de “totale” heelheid van de aarde, en in de wereld aanwezig. Zichzelf voortstuwend in een voortgang, waarin stervensprocessen onvermijdelijk zijn, en de mens gestimuleerd wordt; groei en denkprocessen door te maken. Die groeiprocessen gelijken op het eerste gezicht op de beweging-loosheid van deze bomen waaronder ik mij bevind.

 Stilte en aanwezige groeikracht, als in gehoorzaamheid aan een wet, een natuurkracht, waar wij het ontstaan niet van weten.  En dan is er ineens het fluiten van een vogel ergens hoog in de takken, die ‘stilte’ doorbreekt als een helder en zuiver speermoment, net zoals die uil met zijn oehoe ‘roep’ om aandacht vraagt, voor het einde van een actieve dag of een nieuwe morgen, waarin ‘zij’ (de levende natuur) boodschappers mogen zijn van steeds weer vernieuwende groei-zaamheid, dat op weg is naar een voltooid geheel, en ‘werkend leven’ mag heten.

Oh, deze volmaakte stilte,deze rust door niets verstoort. Door mijn drang en vragen blijf ik hier, om straks door te gaan naar verder. Het blijft een zoeken om in woorden weer te geven, deze schitterende schoonheid van dit alles ondoorgrondelijke, wonderlijke, diepzinnige, alom aanwezige tegenwoordigheid, van puur groeizaam leven.

 

Anthoon Tmeegvds.

2009-08-19