vorige pagina

 

De scheppingsorde leren ervaren, via de vier niveaus van bewustwording:

 

 1. Te beginnen door lees en kijk ervaring, de kracht van kennis ervaren door de diepte in te gaan door de wezenlijke betekenis ervan te leren. Van de natuur en haar levende organismen.

 2. Door je te laten verzinken in het andere, de andere en de anderen. Het wezenlijke van wat je ervaart, de ruimte geven die het biedt, de stilte die je ervaart in de verdieping. In de ruimte die er is, het geluk dat je ervaart door het begrijpen.

 3. Door je over te geven aan een ‘biddende’ ervaring, met ‘liefde’ als ontmoetingsdrive. De ontmoeting met de ander of ‘het andere’, en schuw daarin de confrontatie niet, en de weerstand niet, in jezelf, of in die van de ander.

 4. Ervaar ‘dan’ die machtige heel-wording in de heiligheid van, en de schoonheid in, de complexiteit van de natuur, en haar vele verschijningsvormen. En besef hoe machtig en krachtig de ‘universele wil tot heelheid van leven’, in het leven verborgen kan zijn.

 

Ter overweging het ethisch grondbeginsel van Albert Schweitzer: 

"Ik ben leven, dat wil leven, te midden van leven, dat leven wil"

 

Ethisch grondbeginsel.

  Het leven is als een raadselachtige scheppende kracht, dat leven voortbrengt én leven vernietigd. Wij zien het en zijn er getuige van zonder dat wij altijd er het waarom van kunnen begrijpen, het is een altijddurend worden en vergaan.

  De mens ervaart het als totaal energie, door te zien, te ervaren, te voelen, er over na te denken. Leer ervan te genieten en er in te groeien, dit kan echter ook niet zonder het lijden te ervaren.

  Als de mens denkend wordt openbaart zich bij hem een streven naar heelheid en volmaaktheid, hij doet dat door zijn relativeringsvermogen, zijn wil en zijn verlangen naar heel wording door liefde.

Albert Schweitzer spreekt over een vierpolig denken:

1.  Eerbied voor het stoffelijke leven in de zin van het bestaan.

2.  Eerbied voor het sociale leven in de zin van betrekkingen van mens tot mens, in sociale netwerken, relaties en algemene contacten.

3.  Eerbied voor het geestelijke leven en voor het streven van de mens naar een persoonlijk en innerlijk weten en geweten.

4.  Eerbied voor het onvolmaakte leven in de zin van geboorte letsel, mensen met een beperking, of anderszins.