vorige pagina

OVER DE NATUUR - STILTE EN ENERGIE:

  

Ik zit hier nu echt puur te genieten van de stilte in het bos, stilte gevuld met bosgeluiden. De wind ruist heerlijk door de toppen van de zon beschenen kruinen van de bomen. Diezelfde zon schijnt weldadig in mijn nek. Terwijl vogels fluitend en tsjilpend, links en rechts, voor en achter aanwezig zijn.

 Rondom mij is er veel bos, veel groen en weinig blauw te zien door de oprijzende bomen, met hun bewegende bomenkruinen.

 Ze komen dichterbij, de vogels, ook de bijen en de hommels.

Inmiddels wordt de warmte indrukwekkend en de diepgang ook, met het besef dat dit alles ‘natuur’ is. En over die ‘natuur’ worden tegenwoordig veel indrukwekkende woorden gezegd.

 Hier, nu, is het een je ‘zijn’ overgeven aan die natuur. Dat kan als je bereid bent te blijven zitten, en geen plan maakt om weer naar huis te gaan. Terug naar de veelheid van onze materiéle dingen. Ook al doen mij de botten pijn van het zitten op een harde boomstronk.

 

Terug naar de natuur:

Via mijn ogen en tastzin besef ik nu, ja, wij moeten met ons allen weer terug naar de natuur. Terug naar de natuur, niet alleen naar die van de bossen, maar ook van de natuur in onze steden. Want de mens is en blijft een oer-natuurlijk wezen. En desondanks de niet-natuurlijke implantaten die in onze lijven worden ingebracht, blijven we vanuit onze oorsprong dierlijke wezens.

 

Opnieuw aandacht geven:

Die natuurlijke oorsprong mogen we niet negeren in ons leven van alle dag. Daar dienen we juist opnieuw aandacht aan te besteden. Aandacht geven vanuit het menselijke fenomeen dat wij zijn. Opnieuw aandacht geven aan die waarden en normen die we in eeuwen opgebouwd hebben ter bescherming van ons mens-zijn, en ter waardering van onze natuurlijke aanwezigheid daarin.

 Want we mogen niet laten gebeuren, dat we ons laten robotiseren tot mechanische dombo’s. Dat robotiseren is nergens voor nodig. We laten het echter nu al toe, we negeren de ‘tekens’ die ons zouden moeten alarmeren. We vermijden massaal actie te ondernemen om daar een halt aan toe te roepen.

 We zouden niet moeten willen dat we in een tijdperk aankomen, waar technologische intelligentie onze verantwoordelijkheid uit handen neemt.

 Wij behoren te beginnen, op zijn minst, de stem en de macht van het ‘kapitaal’ in te dammen. Op zijn minst minder ruimte laten innemen door het aan banden te leggen, daar zit niets anders op.

 

‘Minderen’ is hier op zijn plaats:

Onze ‘natuurlijke’ drive vooropstellen, ons verlangen naar ‘constante vermeerdering in materiele zaken, op de laatste plaats stellen. Wij mensen (een bijzondere soort dier) vandaag de dag, zijn en blijven verantwoordelijk voor de wereld (en de natuur) van vandaag en die van toekomst.

 Het zij zo.

Anthoon Lucas Budel

Nijmegen