vorige pagina

 

HARA 3. Hara en de structuur van het helse lichaam.

 

Sato Tsuji: 

Het lichaam en het ‘Zelf’.

(1) Het Zelf dat volledig tot zichzelf is gekomen, uit zich door zijn zelfstandigheid als een ontkenning van de zwaartekracht van de aarde. Het lichaam als ‘ding’, staat daarentegen onder de heerschappij van de kracht van het gewicht. Het lichaam zelf (vleselijk) gedraagt zich als vanzelf boven de heerschappij van de zwaartekracht uit, en houdt zich overeind. Het Zelf in het lijfelijke lichaam ontkent of ontstijgt, vanuit zichzelf de kracht van het lichaamsgewicht dat door de zwaartekracht op de aarde wordt gehouden.

(2) Het karakter van dit lijfelijke-lichamelijke-Zelf [persoonlijkheid] uit zich in het recht/opstaan van de lichaamsstam en haar vrije bewegingen. Een plant strekt de stengel omhoog, tegengesteld aan de zwaartekracht van de aarde. Maar haar bestaan is vastgelegd in haar groei in het aardoppervlak, en ze kan zich niet uit eigen wil daaruit voortbewegen. De mens daarentegen kan dat wel, en ook de dieren bewegen zich vanzelf en loochenen daarin de zwaartekracht van de aarde. Juist daarom worden zij ‘beweeglijke dingen’ genoemd.

(3) De trap van het Zijn, die het dier belichaamt, is die van een Zijn [het wezenlijke], dat nog geen volledige heerschappij over zichzelf heeft. In overeenstemming met dit gegeven, houden dieren hun lichaam horizontaal, of zij lopen op vier poten, zwemmen of vliegen. Zij keren het gezicht naar beneden en tonen daarin hun staat van passiviteit, van lijdelijk ondergaan, dat bestaat uit het aangetrokken worden door de zwaartekracht van de aarde.

(4) De mens daarentegen houdt de stam van het lichaam, in tegenstelling tot de richting van de zwaartekracht, rechtop, onverschillig of hij nu op gestrekte benen staat, of met gebogen knieën zit. En bovendien is de mens zoals een boom niet aan een vaste plaats gebonden, maar beweegt hij zich vrij als een dier. De mens verenigt daarmee de positieve zijden van wat het dier of plant niet heeft, en zo komt in de houding van de mens het karakter naar voren, van een autonoom [onafhankelijk] levend wezen.

De ware gestalte van de mens.

(5) De ware gestalte van dit lijfelijk wezen, komt naar voren in het rechtop staan van de stam van het lichaam. Zo kan ook het karakter van die mens zich alleen waar maken door het autonome in werking te stellen vanuit deze stand. Tot het rechtop houden van deze stand hoort de ‘spanning’ van de wilskracht. Neemt deze af, dan worden de lendenen zwak en men komt in een houding, waarbij de maagstreek en de buik in elkaar zakken.

(6) De borst is echter omgeven door de ribben, die men natuurlijk niet kan buigen en zal ook niet in elkaar zakken, het gebied van de buik wordt daarentegen alleen gesteund door de wervelkolom. Deze bestaat uit een keten van wervels en is ‘daardoor’ wel buigzaam. Zo moet men onvoorwaardelijk de lendenwervels met wilskracht rechtop houden, om overeind te blijven.

(7) Anders buigt dit deel van het gewicht van het bovenlichaam vanzelf naar onderen toe. En dan laat de gestalte zien dat het lichaam als ding overheerst, en het werkende ‘Zelf’ passief is geworden.

 De Koshi, romp onder de navel.

Het belangrijkste, sterkste en gevoeligste beweegbare deel van het menselijk lichaam.

(8) Om het karakter van een autonome persoonlijkheid te handhaven en in de juiste houding te blijven, moet men het zitvlak een beetje naar achteren duwen, dat is de kracht in de Koshi leggen, waardoor men het maakt als rotsvaste grondstam, waarop men het bovenlichaam ‘licht’ laat rusten. Planten en bomen verkrijgen hun rechtopstaande stevigheid door de verbondenheid met de aarde. De mens daarentegen houdt zich vanuit zichzelf rechtop. Daartoe moet een subject dat zichzelf steunt in het lichaam aanwezig zijn, en dat subject wortelt in de Koshi, de onderbuik.

 (9) Wanneer de Koshi niet met kracht gevuld is, heeft het lichaam zijn centrum niet meer in de hand, en wordt het bovenlichaam naar beneden getrokken. Wat dan gebeurd is dat de ledematen als het ware uiteen vallen. Het lichaam verliest de zin van een in zichzelf besloten subjectief/gericht leven. Handhaven van de Koshi is een vorm van in een tegenwoordigheid bewuste actieve wijze van aanwezig zijn in de lichaamsgesteldheid van de mens. De fysieke lichaamstaal. Dat is ook in de taal duidelijk, de teugels in de hand houden, erbij blijven, niet verzwakken.

 (10) Wanneer het bovenlichaam zwaar is, dan is het onderlichaam licht, en betekent dat het leven in het onderlichaam onderdrukt wordt, door het lichaam als ding. Het hogere wordt door het lagere naar beneden getrokken. Daarentegen wijst een zwaar onderlichaam dat verbonden is met een licht bovenlichaam op een gesteldheid, waarin het ‘leven’ het karakter van een subject heeft dat het lichaam als ding in bedwang houdt. Dit is in overeenstemming met de logica van het leven.

 (11) Wat de logica van levende wezens verwerkelijkt is ook in overeenstemming met de fysiologische norm, betreffende de natuurlijke verrichtingen van de organen. Wanneer men de stam van het lichaam rechtop houdt en de Koshi zwaar laat zijn, dan wordt de bloedsomloop in de buik niet gestremd, en het onderlichaam wordt warm, het hoofd koel, en de voeten warm. En dat wordt van oudsher al beschouwd als een teken van gezondheid. Een heet hoofd en koude voeten, koude lendenen en een koud zitvlak zijn algemeen bekend als een teken van niet gezond zijn.

 De goede houding van het menselijk lichaam.

(12) Om een goede houding van het menselijk lichaam te verkrijgen, moet men beginnen met het onderlichaam te vullen met de kracht van het ‘hele’ lichaam. Het onderlichaam met kracht vullen betekent dat je tegelijkertijd de buikspieren een beetje aanspant. Wanneer men de buikspieren op de juiste wijze iets intrekt, neemt men de kernkracht van deze spanning als concentratie punt rond de navel waar. De kunst van het beheersen van deze discipline heet van oudsher ‘de weg van de kunstenaar tijdens het zitten’. Zo heeft Soko Shin de betekenis; de plaats van de lendenen, been, voet, zool, het ware gezicht, of het heil van menselijke plicht tot aandacht betreffende het eigen lichaam genoemd.

 Kern of keerpunt.

(13) Het lichaam als subject waarnemen. Op deze wijze van concentratie kan het niet anatomisch waargenomen worden. Alles wat betekenis heeft tot het subject, kan men niet maken tot een ‘object’ van waarneming. Zo kan ook het zwaartepunt van de aarde, dat de zetel is van het ‘Ene’, en van waaruit de aarde tot een geheel wordt, voor zover dit krachtencentrum het subject van het leven op aarde weerspiegelt niet tot object worden gemaakt, het kan echter wel tot een ideëel object worden gemaakt. Bezig zijn met een idee, of dat wat je je verbeeld, om het te kunnen verwezenlijken. Maar het kan niet een object van waarneming worden.

 Koshi ervaren en oefenen.

(14) De volle kracht in de Koshi ervaren. De methode van het innerlijk schouwen, die Hakuin Zenshi leert, bestaat erin languit te gaan liggen, en de benen bewust te strekken. Ze vol kracht naast elkaar te leggen, en de kracht vanuit het hele lichaam, volledig in het midden te verzamelen. Wanneer men dan de kniespieren uitstrekt en de kracht vanuit de benen naar de Koshi verlegt, dan voelt men dat met welbehagen, hoe het hele lichaam vol kracht komt. Daarna moet men zorgen dat de krachten die uit de benen komen zorgen dat ze de Koshi vullen en deze daar bewaren. Wanneer dan alle krachten in de Koshi verzameld zijn, zet men de voeten, door de krachten van de Koshi, op de grond.

 Ademen.

(15) De Koshi met kracht vullen, gaat natuurlijkerwijs samen met het uitademen. Bij het inademen moet men de kracht uit de buik wegnemen, maar tegelijkertijd de instelling van de Koshi bewaren. Dan dringt de ingeademde lucht als het ware naar binnen en vult het bovendeel van de buik, en aan het slot van de inademing wordt de onder-Hara vanzelf waarneembaar als kracht, en men kan weer vlot overgaan tot uitademen, waardoor de kracht zich verspreidt. 

 Inademen.

(16) Wanneer alle spieren van het lichaam hun juiste evenwicht krijgen, wordt de maagstreek bij het uitademen hol. Het onderlichaam treed iets naar voren, dus niet naar voren duwen, de ruimte inhoud verschilt maar weinig van buitenaf gezien, maar hij vult zich wel stevig. Het inademen heeft maar een korte tijd nodig.

 Uitademen.

(17) Het uitademen daarentegen duurt langer, terwijl men de krachten van HARA gelijkelijk versterkt. Dat betekent niet dat bij het uitademen de lucht niet krachtig wordt uitgeblazen, dat is wel de bedoeling. Men opent wijd en breed de HARA bodem, HARA is diepe centrale midden van het buikgebied, en ademt de lucht vol en krachtig naar buiten, buik en longen worden dan leeg geperst.

 

(18) De onderbuik en het zitvlak vormen een geheel, het ene als de voorkant, het andere als de achterkant van de romp, zij vormen een speciale eenheid. De kracht van Koshi is een kracht waardoor de basis van de romp wordt vastgezet. De kracht van Koshi binnen laten stromen betekent dan: het zitvlak zwaar houden, of de onderbuik er aan vastmaken. Wanneer dat zitvlak naar achteren wordt gedrukt, en de onderbuik naar voren gespannen, dan zet de basis van de romp zich in stabiliteit vast.

 (19) Het heupbeen verhoud zich dan ten opzichte van zitvlak rechtstandig en vormt een rechte stam met de basisstam in staande houding. Als men spreekt van de kracht van Koshi binnen laten stromen, dan krijgt de onderbuik die het bovenlichaam draagt, eerder een nominatief karakter. Het gaat erom dat het bovenlichaam niet dominant ten opzichte van het onderlijf mag zijn. Men verzamelt hier de krachten van het hele lichaam in de basis van de romp, alsof het loodrechte lichaam uit het dragende midden opgroeide. De Koshi draagt dan het bovenlichaam met een van onder naar boven strevende kracht.

 (20) Als de lichaamshouding een ingezakte weergave is van ongecontroleerde werkingen, dan is de ‘positieve stand van de mens’ die de heerschappij van de zwaartekracht overwon, niet meer te herkennen. De daad van het ‘zich oprichten’, die het bewijs is van s’mensen autonome karakter, heeft dan plaats ingeruimd voor een lelijke vorm van passiviteit.

 Spierpijn.

(21) Daarbij een verkeerde houding het bovenlichaam als het ware boven op het verzakte onderlichaam is gaan zitten, verkrampt zich als vanzelf allerlei kracht in de borst, in de schouders, de nek, het gezicht, het zijn lapmiddelen als men daarop massage of kneden gaat toepassen. Beter is het de oorzaak van de verkramping aan te pakken, door opnieuw de lichaamshouding te corrigeren.

 Overgenomen Uit: HARA

Het dragende midden van de mens.

Door: K. von Durckheim

Ankh Hermes Deventer

1961

 Nijmegen

23 augustus 2018

Anthoon

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zingeving teksten

Events

Lofzangen

Compassie - Doen

 Liefdes - Intens teksten 

Natuur foto's

Kruisgang

Actief

Staan in het Krachtveld

Dienstbaar aan de ander

Waarom deze website?

Werken aan vrede

Kringloop van liefde

Liefdes Mysterie en Teilhard

 

Liefdes almacht