vorige pagina

 

HARA 6.

CONCENTRATIE IN DE STILTE MEDITATIE – IN en UITADEMING …

 

(blz. 183)

De oefening van de adem wordt tot exercitie, als de beweging tot verandering, die ze bedoelt, heel bewust ‘in eeuwige herhaling’ beoefend wordt. Deze oefening krijgt de meeste kans in ‘stilte-oefeningen’ waarin niet een bepaald voorwerp de beweeglijkheid van de geest concentreert, maar het bewustzijn steeds meer van alle inhoud bevrijd, d.w.z. leeg wordt. Volledig door het adem gebeuren als beweging, tot verandering brengend.

IN – UIT.

(2) Hoe meer men daarbij het zelf ervaart, ademt de adem in en uit, en al ademend wordt men aan zich-zelf bewust, des te meer wordt het een plaats van kritische beschouwing, met bewuste uiteenzettingen, en juist daar gaat de oefening uit naar een stadium van concentratie op de adem, gaat over in dat van een ‘meditatie-adem’.

MEDITATIE-DOOEN.

(3) De meditatie, het ‘meditatieve doen’ draagt een passief karakter. Het komt van ’meditari’ naar het midden gevoerd worden. De instelling die overeenkomt met de ‘meditatieoefening’ is die, waarbij wie oefent, het werk van de ‘Grote Wet’ (de scheppende impuls) aan zich voltrekken laat.

(4) De bewuste vervulling van de in de adem blijvende wet van ingaan en opgaan vereist het laten van al het gewordene, en het toelaten van wat nieuw op-komt uit een versmelting van het gewordene.  Daar gaat het bij iedere ademhaling om, om het prijs geven van de ‘overleefde ik-vorm’ en haar overgave aan de ik-loze-grond.

Het waarnemen van het nieuwe dat zich daarin vormt, het naar voren laten komen, het wezensmatige opkomende nieuwe, dat nauwelijks opgekomen weer afgegeven moet worden.

(5) Zo gebeurt in deze oefening van stilte bewust wat adem eigenlijk betekent een opkomen en neergaan. Zo’n oefening wordt het best zittend uitgevoerd. Rechtop zittend in HARA, leert de oefening ons iets van ‘eeuwige verandering’ kennen. Als cyclische beweging (regelmatig-terugkerend) zich loslatend, weggevend, en neerlatend, overgeven, ontvangen, een worden, en weer opnieuw beginnen.

RAD DER VERANDERING (cyclische getijden).

(6) Deze (cyclische) bewegingen zijn als omloop als een rad der verandering. Dat in iedere meditatie oefenwaardig is. Onverschillig of er meer of minder concentratie is, bij alle oefeningen is er een innerlijke weg, gaat het erom om meer vorm te verwerven, waarin een mens transparant wordt voor de beďnvloedende werkzaamheid van het “Grote Aller Oorspronkelijkste”, Natuurlijke kracht of energie, het ZIJN. Dat is alleen in een gesteltenis mogelijk die een waarborg vormt voor veranderende bewegingen.

Dat is van belang voor elke geestelijke oefening! Bij het oefenen de veranderende beweging, die in staat is geest te verwerven die een voortgaande beweging garandeert. Daarvoor moet echter altijd opnieuw, het oudere, door het ik vast gehoudene prijsgegeven worden. Om het binnengaan in de grond ten diepste te bereiken, zodat het gewone licht van het bewustzijn uitgaat en het ‘wezenlijke’ licht oplicht.

 (7) De mens die oefent ondergaat dit als een omslag in een nieuwe dimensie die kwalitatief anders is. En als de prestatie hiervan door het hele ademgebeuren heen klinkt, is het of de tijd stil staat. Men is dan ook niet meer in de ‘ruimte’, het vele dat men in het bewustzijn ervaart is verdwenen.

 DE GEESTELIJKE LEEGTE.

 (8) En op slag valt en verandert wat vanuit het oude standpunt, het oude ik, als schrikwekkende leegte beleefd wordt, naar een onbeschrijfelijke volheid die de mens als krachtig licht en warmte doordringt. Deze geestelijke volheid van het ‘zijnde’ kan op verschillende diepten ervaren worden. Te beginnen met aanrakingen die nauwelijks merkbaar voorbij gaan, voordat men het weet reiken ze naar een overweldigend beleven van het “Grote Eeuwige” te ervaren geluksgevoel. Als een oplichtende lichtflits dat een gestemdheid teweegbrengt dat de adem vervult met alle graden van inzicht. 

(9) Het komt er op neer dat iemand die durend oefent, leert dat ook de zwakste aanraking te bemerken valt zonder te fixeren. En aan de andere kant leert men het ‘Zijn’ te ontvangen door niets te verwachten, laat staan iets af te dwingen. Dat is een fout van alle beginners, die dikwijls bij de eerste stilte momenten/oefeningen al iets buitengewoons of wonderlijks verwachten. Maar dat komt niet, maanden of jaren verlopen zonder dat er in de oefening iets overweldigends gebeurt.

 (10) Wel zal in trouwe volgehouden oefeningen steeds vaker een zekere aanvoeling van het ‘Zijn’ dat doorwerkt tot stand komen. De bevestiging ervan voelt dan aan als een weg in-het lichaam. De oefening zelf doet er niet toe, wel wordt geregistreerd wat zich ontwikkelt en doorgaat, het stelt ‘de mens’ in staat steeds beter op de juiste manier het leven op zijn mooiste manier te dienen. En wie blijft oefenen zal het geluk ervaren van scheppende en verlossende krachten, dat als een zegen zal blijven doorgaan.

 (11) De hier aangeduide oefening in het meditatief zitten in concentratie, kan als volgt voltrokken worden door een juiste zithouding aan te nemen. (pag.150)

 DE JUISTE ZITHOUDING AANNEMEN:

 -      Rug rechtop niet ingezakt

-      Sluit de ogen

-      Luister naar binnen

-      Registreer je adem

-      Stel je in op het laten gebeuren

-      Vermijd ook maar het geringste aandacht aan de adem te besteden

-      Richt je aandacht naar binnen met verwondering en aandacht

-      Registreer dat daar binnen volkomen vanzelf er een komen en gaan is

-      Na een tijdje is het van belang aandacht te besteden in je lichaam via de adem je   in je bekken neer te laten

-      Let op de in en uit’s

-      Laat je één worden met de grond / aarde

-      Via de oer-grond ervaring een loslaten van wereldse druk

-      Het sterven niet uit de weg gaan

-      Neem kosmische kracht waar

-      Laat donkere kracht je niet gevangen houden

-      De geboorte van nieuwe inzichten ruim baan geven

-      Ook in de neergaande beweging mee gaan

-      Maak je bewegingen ritmisch en beweeg je mee met het andere

-      Geef ruimte aan je stemgeluiden

-      Je houding – adem en spanning - laten afwisselen in herkenbaarheid

-      Laat je lichaam een dragend midden hebben, je buik-midden

 DE PERSOONLIJKE OEFENING.

 (12) In elke persoonlijke te voltrekken oefening is de mens in zijn geheel aanwezig. Daarom horen adem, houding en spanning onafscheidelijk samen in de oefening bij elkaar. In geen van de drie is er sprake áfzonderlijk’, er is geen sprake van vooruitgang als ze niet alle drie meedoen. Zo is er geen oefening die dienstig is, als de andere twee niet meedoen. De adem kan een correctie aanbrengen op de houding en andersom. En er is geen ontspanningsoefening mogelijk in persoonlijke zin, zonder acht te nemen op het zwaartepunt en de spanning in het lichaam, waar het midden in de juiste houding bewaard wordt en alle over-spanning ongedaan wordt gemaakt.

 (13) ‘HARA’ oefeningen dienen als excercitium te worden opgevat voor het ontstaan van een totale gesteltenis, waardoor de mens opnieuw zijn wortels kan uitslaan in de moederlijke ruimte dat aarde is. Met wortels wordt hier bedoeld; de oorspronkelijke werkelijkheid van de natuur. Dat hem terugbrengt in de hoedanigheid van een natuurlijk wezen, die hij en zij in de grond bij zich draagt, losmaakt, omsmelt, verandert en steeds weer opnieuw laat worden vanuit het wezenlijke. Zonder oefening moet hen noodzakelijkerwijs over HARA verteld worden, hoe overdreven het soms ook mogen schijnen. De oefeningen mogen afzonderlijk licht lijken, maar het is in werkelijkheid geen geringe opgaaf. Haar oefeningen laten zich, om doelmatig te zijn, niet tot vastgestelde tijden beperken. Het worden, het laten en het groeien, dient zich langzaam te ontwikkelen als een anorganisch deel in het lichaam, waardoor iemand in het dagelijks leven doordrenkt wordt, en het leven oefenplaats wordt.

 (14) Wie trouw oefent zal ontdekken wat HARA in alle situaties van het leven kan betekenen, het zal een gezegende uitwerking hebben op lichamelijke en geestelijke arbeid. Bij zowel scheppende werkzaamheden in de kunst als bij het liefhebben in de sociale verhoudingen van mens tot medemens. Bij zijn werk als levensplan en het aanvaarden van zijn lotsbestemmingen.

 (15) Moge die mens in alle trappen en omstandigheden het leven boeiend blijven vinden, en in staat zijn bepaalde bindingen of belemmeringen nieuwe vormen van bestaan te geven. En dat 'hetgene' zijn levenspad doorkruist, de mens dat ik-loos zal waarnemen in de betekenis van de natuur en natuurlijke zaken, dat het mensen menselijker maken en overal doorheen het goddelijke in zijn wezen de ruimte blijft geven.

 K.G. Durckheim

Nijmegen 18-05-2021

Anthoon (gekopieerd)

 

 

 

 

 

 

 

Zingeving teksten

Events

Lofzangen

Compassie - Doen

 Liefdes - Intens teksten 

Natuur foto's

Kruisgang

Actief

Staan in het Krachtveld

Dienstbaar aan de ander

Waarom deze website?

Werken aan vrede

Kringloop van liefde

Liefdes Mysterie en Teilhard

 

Liefdes almacht