vorige pagina

Van de gunnende liefde, die wederzijds is. Een Lofzang [24]

Lofzang 24.

 

Van de gunnende liefde, die wederzijds is:

 

Onder de hoede van de alom aanwezige ‘liefdes-energie’, komt de waarheid van mijn leven aan het licht.

 

Universele Liefde gebeurd aan mij, zij is aanwezig in mij, ook in het diepste donker van mijn bestaan.

 

Ondanks mijn afsterven, blijft die ‘gunnende-liefde’ werkzaam in mij. De Geest die mij daarin begeleid, zal mij richting geven hoe te gaan.

 

Ik ga zelf mijn leven weiden, en blijf omzien naar de bedreigingen van het leven. Omzien naar de valkuilen en de spelonken, waarin wij mensen dreigen neer te vallen, door verderfelijk gedrag.

 

Naar het voorbeeld van mijn hoogverheven leraar, zal ik mijn blik richten op onwaarachtig gedrag, van ons mensen, wij; die onze eigen waan niet meer kunnen doorzien.

 

Ik zal onderscheid maken in het gedrag van de rammen en de bokken, tussen de schapen en de lammeren. Om duidelijkheid te scheppen in de rangorden van ons bestaan.

Ik ga richting geven aan de zwakkeren, die door de sterken in een richting worden gemodelleerd, die ze principieel niet zouden willen gaan.

 

Onrechtvaardige zaken, dienen een ‘halt’ worden toegeroepen. Goede zaken in de wereldse orde, dienen ondersteuning te ontvangen, van allen die ‘rechtvaardigheid’ als maatstaf nemen.

 

Omwille van de liefde.

 

Omwille van de liefde, die Universeel voor iedereen beschikbaar is, plaats ik het licht van mijn kritische gedachten, boven de terreur van negatieve gedachten uit en zet deze op de berg, zichtbaar voor iedereen.

 

Onuitputtelijk is de ‘gunnende’ liefde, zij is als een hulp, die voor alle mensen beschikbaar blijft, en mensen samenbindt. De klank, de geur en de kleur van het leven is mij altijd nabij, en doet mij sterken in de overtuiging, dat goedheid alleen ‘prediken’, niet voldoende is.

 

Goed en kwaad hebben het leven getekend. Eeuw na eeuw is aan rechtvaardigheid tekort gedaan. Eeuw na eeuw heeft onrecht steeds weer opnieuw zijn kop opgestoken.

 

Van een Goddelijke rechtschapenheid is het, wanneer wij beseffen dat, ieder van ons, zijn of haar verantwoordelijkheid in acht dient te nemen, om; elkaar de goede richting in te wijzen, de toekomst in.

 

Anthoon Lucas Budel

“Ora et Labora et Amor”

- Bid en werk, heb elkander lief in de ontmoeting -