vorige pagina

 

'STILTE'

 

Het voorjaar.

Het is deze stilte, je wordt er sprakeloos van, waar je niet van mag weglopen. Ga er maar voor staan, maak een pas op de plaats, en luister, luister naar de diepte van deze stilte, en luister naar het ruisen van de wind langs de kale takken van de bomen.

 Luister dan naar de vogels die nu al vroeg in het jaar, fluitend en tjilpend heen en weer gaan. Hoog in de lucht is er het stilte brekend geluid van een overvliegende straaljager. Silhouetten van doodstille bomen staan in afwachting van wat komen gaat, de groei is er al, diep van binnen in de takken en de scheuten.

 Stil, een koolmeesje boven mij vraagt zijn aandacht, oog in oog sta ik dan met dat kleine vogeltje, het fladdert en vliegert van tak tot tak. Verderop hoor je het geklop van een specht. En wat hoor ik daar nog verder weg, van een vliegend geratel? En daarna het rustige gefluit van een overvliegende vogel waarvan ik de naam niet weet!

 Inmiddels; trekt de kou langs mijn botten omhoog, en wandel ik maar verder, door dit stille bosgebied met zijn vertegeluiden, dat gedragen wordt door een eeuwig rustgevende stilte.

Ik ga verder, strompelend over diepe gleuven in stoppelvelden, en over omgevallen bomen en breekbare takken, speurend …, niet naar ‘wild’ nee want die zie je op dit tijdstip van de dag niet. Maar speurend naar een eventuele onverwachte boswachter, want die kun je beter maar niet voor de voeten lopen in dit rustgebied.

 Aldus wandelend in het noord-ten-westen gebied boven de ‘Plaggenweg’ nabij Dieren.

Anthoon Lucas