vorige pag       

Deel II

 

“WERK-GEBEDEN-BOEK”

 Voor de actieve gelovige …

 

Dit is een ‘werk-gebeden-boek’ voor de actieve gelovige.

 

We leven heden ten dage in andere tijden dan toen het christendom begon, en dat mag best zijn weerslag hebben op de wijze van geloven vandaag de dag. Geloven in een moderne betekenis van geloof. Daar gaat het over in deze verzamelde bundels teksten en verhalen. Het zijn getuigenissen van mijn zoektocht naar de ware betekenis van geloof, en hoe deze in onze samenleving tot uiting te brengen. Een zoektocht naar de ware betekenis van het Godsgeloof en wat kan religie nog betekenen voor ons land en de mensen die daarin wonen. In de tegenwoordige tijd die van de 21ste eeuw. Het resultaat van deze zoektocht is niet in een paar woorden uit te leggen. Dat kan alleen als je bereid ben om een eindje met mij mee te gaan, om mee te lezen en de aanwijzingen te volgen die tijdens het lezen zichtbaar worden.

 

En ik heb het makkelijk gemaakt, het is geen wetenschappelijk boek en geen studie boek, het is een aanwijsboek geworden, je kunt het elk moment van de dag openslaan, en je voordeel mee doen. Althans; als je net zoals ik gelooft dat spiritualiteit, en religie vandaag en in de toekomst nog een belangrijke rol heeft te vervullen in de moderniteit van een mensheid die steeds meer individueler aan het worden is, door moderne communicatie kanalen, en door de oprukkende vervreemding ten opzichte van elkaar, door de veelheid aan ‘Kunstmatige Intelligente technologie’, zoals vormen van opslagdata als Dataïsme, Bigdata; door digitale overdracht,  dat een ‘niet menselijke’ invloed heeft, en op mensheid zal hebben.  

 

Nijmegen

11 mei 2018     

Deel II.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

[1] 26ste Studieweek Mystiek

Die geestelike brulocht

Jan van Ruusbroec 1293-1381

Loet Swart: Notities Anthoon Budel 04-07-2007

Collegezaal Titus Brandsma Universiteit Nijmegen.

b945/b970 Men sal gode meynen in alle goeden werken; in quaden werken en can mens niet ghedoen. … Men en sal niet twee inden setten inder meynighen, dat es datmen gode meyn ende yet daer toe; maer alle dat de mensche met meynt, dat dat si beneden gode, niet in contrarien gode,maer in eere ordenen ende in hulpen enden in vordenissen te bat te gode te comene: soe es den mensche recht. Men zal God beogen en zoeken in alle goede werken; in de slechte kan men het niet doen. Men zorge er ook voor zich geen twee doeleinden voor te stellen in zijn intentie, zodat men tegelijkertijd God beoogt en ook wat anders daarbij; wel mag wat de mens mede beoogt, een aan God ondergeschikt doel zijn, maar nooit in strijd met God; het moet integendeel op God geordend zijn en een hulp om de opgang naar God te bevorderen: in die zin heeft men het goed voor.

Men zal rusten op Hem en in Hem, die men meent en mint, meer dan op al de boden die Hij zendt. Gods boden zijn “Zijn” gaven. Van haar kant zal ook de ziel slechts rusten in God boven al de kostbaarheden en geschenken, die zij met haar boden kan zenden. De boden der ziel zijn: haar zuivere mening, haar liefde en haar verlangen: deze dragen de ziel en al haar goede werken en deugdbeoefening naar God. Boven dit alles uit zal de ziel rusten in haar Beminde boven alle menigvuldigheid. Dit is de manier en de wijze waarop wij Christus tegemoet zullen gaan in heel ons leven en in al onze werken en in al onze deugden met zuivere mening, opdat wij Hem ontmoeten kunnen in het uur van onze dood in het licht der glorie. Deze ontmoetingswijzen, zoals gij ze hier vernomen hebt, heten een werkend leven.

[meer lezen? klik naar 01ruus08]


 

 

 

 

 

[2] Immanuel en Stabat Mater:

God is overal … in ons, met ons, door ons, ´Zijn´ aanwezigheid is als een liefdesbron, als een rivier die zich slingert door het landschap van mensenlevens. Levens ontstaan door de scheppende mannelijke kracht en het vormende vermogen van de vrouw. “Oermoedelijk beginsel`” dat de aarde omspande met een laag van levensvatbare vrouwelijkheid, vruchtbare beginselen die een menselijke laag voortbracht, en vruchtbaar leven, bedreigd leven, strijdbaar leven, bevrijd leven.

Christus, de opgestane ‘lief-hebbende’ bruidegom, s´mensen hoop en vertrouwen beloofde in een niet mis te verstane aanwezigheid, dat er door; geloof, hoop en liefde redding mogelijk was. In een kwetsbare grootheid was en is ‘hij’ aanwezig en is ‘hij’ een stuwend voorbeeld voor mensen en hun zelfvertrouwen.

Stabat Mater’  bedroefde Moeder, gekwelde vrouw, hart-verscheurend verdriet, door het niet begrepen worden van jouw onmisbare bestaan, en de voortgang van jouw vormende vermogens, en de heiligheid die dat voortbrengt.

Diep bedroefde vrouw, groot liefdesvermogen in woord en gebaar, voortgang van biddende en wakende zekerheid, leidster van de opgestane vrouwen, helpster om ons te bevrijden van het juk van leerstellige dwalingen, dat door Kerkvaders is bepaald en vastgelegd. Levensader van geestelijke vooruitgang, onzichtbare hoop in verlangen naar vrede, gerechtigheid en heerlijkheid. ‘Onversaagd’ gaan wij voort, wij laten ons niet verslaan door de onverschilligheid’ van het ‘niet weten’ van zo velen!

Het rood van de passie, het wit van de zuiverheid, en het geel van de levenskracht, begeleiden ons naar de ‘wijdte’ van het weten, en voeren ons naar het pad en de top van de berg, waar wij naar toe geleid zullen worden door de ‘geest’ van het leven.

[meer lezen? H.03.21]


 

 

 

 

 

[3] Hilegardis :Viriditas.

(levengevend voortstuwende levenskracht)

 

O groenheid die door de aarde stroomt, waaruit alle leven spruit en bloeit

O groenheid die door mijn wezen droomt, waaruit alle wil en gevoelen groeit

O groenheid lichtend en onbeschroomd, die taal en toon als wind doorgloeit.

O groenheid ziel van het bomenhuis, die leven door stam en takken stuwt

O groenheid bouwer van ’t harte kluis, waar blad en bloesem het licht niet schuwt.

O groenheid zoekend ontplooiend kuis, die oog en mond aan elkander huwt.

O groenheid beeld van vruchtbaarheid, waaruit al het aardse wezen leeft

O groenheid geest van eenvoudigheid waaruit al het ware weten weeft

O groenheid hoop op de eeuwigheid, waaruit alle liefde leven geeft!

[meer lezen? klik naar 17hilde]


 

 

 

 

 

[4]                                           “Over de schoonheid

en de dingen van God”

Onderscheid maken in de schoonheid der dingen, en de schoonheid van de ‘dingen’ van God; daar gaat het hier over. De schoonheid van het Hooglied gaat over de liefde van de ziel van de mens met de Bruidegom, met God, en de liefde van God met de mens. De schoonheid van de dingen van God, zijn de geschapen dingen, de dieren, de planten en alles wat leeft in de natuur; dus ook de menselijke wezens, de man en de vrouw. Hoe zij zijn ontstaan en leven, en hoe zij leven met elkaar. Hoe zij leven en doodgaan, nieuw leven scheppen, en omgaan met hun vermogens; verstand, hun verlangens, hun wil en hun gevoelens.

 De liefde van mens tot mens, en de liefde van God tot de mens, en de liefde van de mens tot God. De liefde Gods is als het geluid van mensen in woord en taal weergegeven. Zoeken naar God buiten het woord om, is; als een lied niet horen of een tekst niet lezen. Het ontdekken van de schoonheid van de liefde van God, is; als het horen van Zijn lied in je hart, door je ziel die jou tot leven dwingt. Het woord van God is ons door middel van mensen gegeven, door mensen, via mensen, in mensen, in onszelf. Het woord van God is een herkenbaar en hoorbaar gegeven voor ieder die horen wil. Dat is wat ik bedoel met; God is aanwezig in de mensen, en we ontmoeten Hem via elkaar, en dit maakt dat God aanwezig is zolang wij dat willen.

Wij spreken God aan door elkaar aan te spreken als wij het hebben over, “de liefde Gods” en “de Wijsheid van God”. Door deze “wezenskennis” over God, die buiten ons onvindbaar is, en binnen ons altijd aanwezig, altijd aanspreekbaar, altijd communiceerbaar, zullen wij niet verdwalen, ook al is er sprake van ontkerkelijking binnen het christendom (secularisatie).

Dat heeft mijn inziens Juan van t’ Kruis heel goed begrepen, en daarom zijn zijn verzen en zijn traktaten (bestijging van de Berg, zijn Geestelijk Hooglied, en Levende vlam van liefde), zo mooi en leerzaam voor ons mensen, die leven in een tijd van God is dood, en is de Paus wel onfeilbaar? Allicht kunnen wij uit zijn traktaten lering trekken.

[meer lezen? ga naar H.03.10]

 

 

 

 

[5]                                  De Dans van de ‘bruiden’.

Heb de liefde lief;

Ik heb de liefde lief, en de liefde heeft mij lief.

Liefde maakt vele omzwervingen van hart tot hart, van geest tot geest. Iedere ziel speelt een hoofdrol in de dans van de ‘bruiden’, dat begeleidt wordt door vreugde, smart en passie.

De dans van de ‘bruiden’ in de gestalten van mensen, zijn de zielen die komen van God, en ‘huizen’ in de mensen. Zij dansen voor de Bruidegom, de Machtigste, de Wijste, de Mooiste, de Zuiverste, de Bekendste, de Onthechtte.

De Bruidegom [Christus] leidt de dans, en is het middenpunt van de belangstelling en geeft het ritme aan, veroorzaakt dynamiek, beweging en verlangens. Hij dirigeert en nodigt de ‘bruiden’ uit tot de dans, Hij tempert de hartstocht als die te opwindend wordt, en stimuleert als de aandacht verslapt en de dans dreigt uit te sterven.

Het is de liefde, de wederzijdse liefde, die van ziel tot ziel gaat van de ‘bruiden’ die zich op de immense dansvloer van het leven bevinden. En bij de Bruidegom gehoor vinden als zij hun ja woord uitspreken in een vreugdedans.

Die eeuwigdurende dans, soms zichtbaar, soms gesluierd, soms haperend, maar altijd gericht op het totale, altijd – aanwezig - sturende beginsel van het ‘zijn’ de bron [Christus], blijft permanent in beweging. Door de liefde, en de dans van de ‘bruiden’, is er een eeuwig, Ja ik wil, wij zijn er voor jou, en JIJ, bent er voor ons, De Altijd Aanwezige Ander, ‘Wezer’.

Geïnspireerd door, het Hooglied van Joannes van ’t Kruis.

Tmeegvds


 

 

 

 

 

[5a]                De dans van de bruiden nader uitgelegd.

 

Heb de liefde lief.

Ieder mens is bij geboorte begenadigd met liefdesvermogen. Het is natuurlijk niet zo dat ieder mens onder een gelukkig gesternte geboren word, of dat bij iedere bevruchting daar een hoogstaand liefdes spel aan vooraf is gegaan. Toch ben ik van mening dat iedere geboorte van een mensenkind dat verwezenlijkt wordt, hij/zij liefdesvermogen meekrijgt net zoals het, het vermogen tot leven ontvangt.

Mijn ervaring en mijn geloof in het ontvangen van een ‘vonk van leven’ maakt dat ik mij bewust ben van zielenroerselen in het menselijk lichaam. Bij de geboorten van mijn kinderen heb ik iets dergelijk ervaren, mijn jongste kind is tussen liefde en smart geboren, een passionele liefdesverhouding die niet lang mocht duren, maar mij wel de zekerheid heeft gegeven van het bestaan van een liefdesvonk. Vonk van leven zou het moment van intreden kunnen zijn, wanneer een nog ongeboren vrucht zelfstandig tot leven komt, en binnen de geloofstraditie ziel wordt genoemd.

Met de dans van de bruiden worden de mensen bedoeld die bewust zijn geworden van hun relatie met God. Een gelovig christen is niet altijd in gebed met God, afhankelijk van zijn levensritme en zijn vermogen in gesprek te zijn met Christus of onze schepper, is de mens voortdurend in beweging dichterbij of verder weg van zijn relatie met God. Christus de bruidegom leidt de dans, Hij stuurt mij als ik van hem hoor, dat kan in gebed zijn, tijdens een lezing, door de liturgie en als gevolg van de keuze me te verdiepen in christologie,

met de vraag wat betekent de boodschap van Christus voor mij en wat kan ik betekenen voor het christendom?

[meer lezen? klik naar H.03.08]


 

 

 

 

 

[6a] Wat betekent “geraakt en geroepen zijn” voor jou?

Geraakt en geroepen zijn, zijn twee zaken die voor mij betrekkingen hebben op een en dezelfde God (Godservaring Godsbeleving). Ik wordt geraakt en voel me geroepen om deel te nemen en me in te zetten voor Gods wereldkerk op aarde, en specifiek in de christelijke kerk. En hoop een bijdrage te kunnen leveren aan het behoud van de boodschap van Christus.

Altijd was er al een verlangen in mij om praktisch deel te nemen aan deze kerk vanuit mijn persoonlijke geloofservaring, en daarmee hopende in vrijheid en eerlijkheid mede vorm te mogen geven aan vieringen en communiteitsleven, gekoppeld aan de heersende moraal en levensethiek aansluitend aan het nieuwe denken van de 20ste en 21ste eeuw.

Dat willen doen in woord en daad, binnen een Godsbesef en liefdesvermogen, in zorg en aandacht voor elkaar en de ander, mijn medemens. Daar zoek ik naar, gebedsvormen die mij passen, in de tekenen van onze tijd. Dat bedoel ik met als ik zeg; ik ben op zoek naar God, … een Godzoeker.

Schoorvoetend durf ik te zeggen; dat ik nieuwe vormen wil helpen verwezenlijken in kerkgang, , gebedsleven, en actieve spiritualiteit binnen een cultuurbesef, waar eerbied tonen aan een zuiver bewust Godsgeloof mogelijk is. In het denken gesteund en onderbouwd door de natuurwetenschappen van onze tijd. Dit ‘geroepen’ weten, is begonnen sinds het moment dat ik bewust katholiek werd, dat wil zeggen; dat ik opgroeide in de traditie van de catechismus en binnen een sterk bepalende geloofsleer, met een duidelijk groeiend besef dat mijn verstand, en persoonlijk geweten, bepalend zullen zijn, voor wat ik wel en wat ik niet als waar zou kunnen aanvaarden.

[meer lezen? klik naar bezin21a]


 

 

 

 

 

[6b]                         Nu we weten dat we verdwaald zijn.

Nu we weten dat we verdwaald zijn, blijft alleen deze plek, van verdwijnende sporen van niet weten, en toch weten op de goede weg te zijn. Ik heb mijn verleden achtergelaten zodat ik naakt en verloren opnieuw kan beginnen, om te leven zoals ik bedoeld ben. In het licht van Christus, en in de dialoog met de tekenen van onze tijd, werken aan een wereld die beter zal worden … het Koninkrijk Gods op aarde. Beseffende dat wij eindigende wezens zijn, ervaart een ieder van ons zich als middelpunt in de wereld. Levend als eindigende wezens moeten wij ons herhaaldelijk omkeren naar God, én vooral naar de ander.

Afhankelijk van de mate van zelfbetrokken eigenwilligheid zijn, op onszelf, zijn we druk met eigenbelang, en zijn we in mindere mate op God en de anderen gericht. Door het groeiende besef afgeweken te zijn van de oorspronkelijke bedoeling, hoor je af en toe een zucht van God tot je komen; waar is die mens toch mee bezig? Soms wordt je aangemaand een andere richting te nemen, en daarvoor is een inkeer tot jezelf nodig. De ‘leegte’ als de stem van God, is als een stilte van verdraagzaamheid, dat werkzaam is om te komen tot een zuiver hart en goed geweten, dat twee werelden samensmelt, die van de liefde en die van de wereld.

Geroepen sta ik in het licht van Christus, en kan daar niet onder uit. De omvormende werking van ‘Zijn’ woord heeft zijn inwerking gedaan. Nu is er het weten op de goede weg te zijn, in wederkerigheid word ik tot woning voor ‘Zijn’ liefde. Het “Koninkrijk” moet nog door volharding zichtbaar worden, in trouw aan wat ons is aangereikt, houden wij het uit tot ver in de nanacht [Omega]. In stilte en hoop zal onze kracht eeuwig zijn, dit zal doorwerken in de stappen die wij vandaag en morgen zullen zetten, in het duister van ‘het niet weten’ zullen wij verschoond worden van ruis en stof. Opdat wij in een waarachtige levenshouding, in gemeenschap en samenleving, opvattingen en ideeën van de nieuwe tijd in samenspraak brengen met oude wijsheden. In verband met dogmatische wijsheden die niet meer van deze tijd zijn. Uitgangspunten die niet meer kunnen, en In wederkerigheid tot elkaar worden wij tot woningen van liefde, in de geest van alle tijden door heen.

[meer lezen? klik naar bezin21b]

 

 

 

 

[7] Over geloven in ‘Geloof’.

Ik geloof ...

Ik geloof niet zozeer in God,

dat Hij bestáát.

Ik geloof in God omdat het “gelóóf” in ‘Hem’ in ons wérkzaam is, in jou en mij, in de ontmoeting met de ‘ander’ en anderen.

Al eeuwen lang is Hij aanwezig door ons geloof, en in ons gebed, dát maakt dat Hij er is voor altijd, voor ons, en voor ‘hen’ die geloven ‘willen’.

Dat ‘geloven’ als werkwoord …

en mijn persoonlijk geloof, en ons gezamenlijk geloven, is “het woord van God” dat verspreid over heel de wereld bestaat en is verspreid, dat is zeker, dáár geloof ik in.

Geloven

in het ‘Woord van Christus’ blijf ik doen, heel mijn leven.

(woord van God = stem van Christus, en ‘geloof’ dat is geloven in dat wat niet bestaat, nog wel ‘worden ’kan)

Tmeegvds.

’t Hof te Dieren

Anthoon

[meer lezen? klik naar GG.10.09]


 

 

 

 

 

[8] Hetzelfde anders zien. [H.M. Kuitert 2005]

De zeggensmacht van het woord.

Het enige wat zich universeel manifesteert als “onvoorwaardelijk verplichtend” is, dat wat er van mensen uitgaat. Niet God of Vishnoe houdt de wereld overeind maar het woord onder de woorden. Kuitert wil ons een sleutel of handreiking geven om het drama van de kerk zichtbaar te maken, opdat de kerk een balans kan maken over het gegeven wat is nou ballast. Wat willen we behouden en wat laten we als een historisch document achter ons. Gaat de kerk een nieuwe start of een doorstart maken, of verandert er niks en stort het langzaam in elkaar? De verleden tijd is voorbij, we dienen rommel op te ruimen, en verder te gaan met wat van belang is, de rooms katholieke kerk is voldoende in staat om zich overeind te houden, leerdwang en onfeilbare dogma’s. De samenleving heeft de kerken niet meer nodig, wat de materiële kant van de zaak betreft, mensen willen wel en zijn op zoek naar spirituele, mystieke en religieuze zaken, maar daarvoor gaan ze niet meer naar de kerk. Kuitert gaat in dit boek op zoek naar zaken van de kerk die van belang zijn, en hoe wij als mensen tegen het God begrip aankijken. Kerken die blijven wel voortbestaan, ze hebben toekomst genoeg maar dat zal de ontkerkelijking (secularisatie) niet tegen houden. Doorstart of sterfhuis, wat gaat het worden, doen we niets, of gaan we er tegenaan en bouwen we op de oude fundamenten een nieuw Godshuis, passend en bevolkt door de gelovige van vandaag?. Het dient echter wel vanuit de christelijke kerken zelf opgepakt moeten worden.

Hoe dan ook wat is kerk?

Wat bedoelen mensen uit te drukken als ze God zeggen? Kerk is voor de West Europeaan de geïnstitutionaliseerde vorm van christelijke religie. Een geïnstitutionaliseerde vorm op wereldschaal. Christelijk geloof als religie onder de religies. Religies zijn erfenissen uit voorbije tijden zoals het christendom, islam, jodendom, hindoeïsme enz, met duidelijk omschreven rituelen, gebedsvormen en levensbeschouwingen, allemaal erg belangrijk maar niet meer passend in het mondiale denken van de 21ste eeuw.

[meer lezen? klik naar GG.06.06]


 

 

 

 

 

[9] Jezus als nalatenschap van het christendom

De titel van het boek: Jezus, nalatenschap van het christendom, vereist een toelichting. De christelijke kerk heeft meer nagelaten aan de Eu­ropese cultuur. Ook in de zin van 'achtergelaten', zoals schillen en dozen na een dagje recreatie in het bos achterblijven. Rotzooi, gods­dienstoorlogen, verknipte mensen, machtsbeluste hiërarchen en ga maar door. Maar ook Jezus.

Eerste aantekening: Jezus dan als schepping van de christelijke kerk, dus Jezus als de kerkelijke Christus. Tot in de kleinste dorpjes van Eu­ropa staat een kerk, een woud van torens zouden de landkaarten te zien geven, als je ze er allemaal op zou intekenen. Eeuwen en eeu­wen hebben die kerken in woord en beeld Jezus Christus gepredikt, de moraal in handen genomen, de cultuur bevorderd, het leven in hun greep genomen, met alles wat era_n vast heeft gezeten: seksuali­teit gereguleerd (kan niet anders) en geschoffeerd (had niet gehoe­ven), geweld ingedamd (God zij dank) en tegelijk gelegitimeerd (helaas), lijden leren aanvaarden maar ook verheerlijkt, zonden aan­gepraat waar ze niet waren en door de vingers gezien waar ze onver­geeflijk waren, en zo kan ik doorgaan. De kerkelijke Christus is tot cultuur geworden, tot Europa als christelijk werelddeel. De kerkelij­ke Christus eerst als schepping van de kerk, en ten slotte - in termen van cultuur - als nalatenschap.

De tweede aantekening gaat over nalatenschap. Als de christelijke kerken zouden verdwijnen uit Europa (wat ik niet geloof noch be­pleit), blijft altijd nog de erfenis over, de nalatenschap, en zoals be­kend, met een erfenis staat het de erfgenamen vrij te doen wat ze wil­len. Het is zelfs de pointe van wat we een nalatenschap noemen: de erflater is het beheer erover kwijt, het is in handen van de erfgena­men gevallen.

Van deze situatietekening zal ik in dit boek uitgaan. De kerkelijke christologie heeft niet uitgediend, ze is in andere handen overgaan. Vroeger was er maar één Jezus, namelijk Jezus Christus. Eeuwenlang door de christelijke kerk met bloed, zweet, en tranen verdedigd, is die ene Jezus opgegeven; de kerken moeten toezien hoe anderen met hem aan de haal gaan. De kerkelijke Christus is verkaveld, een veelheid van opvattingen over Jezus doet de ronde, er is een comple­te Jezus-markt. In plaats van dat proces af te remmen zou ik er allereerst vóór zijn het toe te juichen.

[meer lezen? klik naar 47theo]


 

 

 

 

 

[10] Waarom Religie?

In onze (mensen)wereld zijn twee krachten werkzaam:

 

Het goede heeft zijn aanhangers (volgelingen)

Het kwade heeft zijn aanhangers (volgelingen)

Er is een mensenmenigte die open staat voor vrede en harmonie, en er is een mensenmenigte die alleen aan zichzelf denkt, en ten koste van een ander, er beter op wordt. Deze mix van goede en kwade krachten, je kan ook zeggen een mix van weten en onwetendheid, hebben invloed op de samenleving al duizenden jaren lang, 1000 jaar geleden was dat zo, en 65 jaar geleden ook. Goede krachten, en kwade krachten, het heeft vorm gekregen en heeft zich vastgezet in de samenlevingen, tot aan vandaag. Het beïnvloed mensen, en mensen beïnvloeden andere mensen. Veel mensen maken zich bezorgd en zijn bereid zich in te zetten voor een samenleving met een menselijk waardigheid, ook zij beïnvloeden mensen en worden beïnvloed. Massa’s mensen sluiten hun ogen voor wat gebeurt en gaan hun eigen weg, en laten gebeuren wat gebeurt, meer en meer zien mensen via tv en communicatie kanalen wat er mis gaat in ons land, in Europa en in de wereld, en we weten hoe het komt.

Velen kunnen of willen ‘niet zien’ / ‘niet weten’ / ‘niet veranderen’ omdat zij leven in een mijn inziens onterechte angst. Enerzijds uit eigenbelang. Anderzijds om dat zij niet durven protesteren, uit kleinzieligheid of gemakzucht. Onterechte angst bestaat echt, soms is angst terecht, en is het gevaar te groot om iets te ondernemen. Toch kan onterechte angst ook gebaseerd zijn op ‘angsthazengedrag’, te bang om je stem te verheffen, te bang om op te vallen, te bang om te laten zien wie je bent, altijd zijn er momenten in een mensenleven, heb ik ervaren, dat als je niet oplet, je een kans voorbij laat gaan om iets ten goede te doen ten opzicht van de ander, je medemens. Je kunt kansen voorbij laten gaan door iemand niet te groeten op het station of bij de bushalte, of iemand attenderen op het gegeven dat hij of zij iets laat liggen terwijl de persoon wegloopt.

 

[meer lezen? klik naar R.02.09]


 

 

 

 

 

[11]                      LIEFDES GETIJDEN

Ik man, in aanbidding voor het leven,

heb altijd iets of iemand van node om lief te hebben, eerbied te bejegenen of ontzag voor te hebben.

Dit kan het “leven” zijn, “God” of een “vrouw”.

Ik wil voor jou een hulpe zijn,

om samen in wederkerigheid, God/Wezer en het leven, te beminnen, eerbied te betonen en lief te hebben.

Moge wij de liefde in woord en gebaar met elkaar kunnen delen in de tijd die ons gegeven wordt.

 

Het gebed in mijn lichaam.

Ieder mens draagt een gebed in zich dat hem doet bewegen naar het hogere, boven het wereldse. Ook in mijn lichaam ervaar ik dat gebed, dat zich richt naar de zon of God, het is aanwezig zolang ik leef.

Gedragen door de aarde, gevoed door het licht, het voedsel van het gewas, groei ik en stijgt mijn bewustzijn, en word ik bewust van het “zijn” der dingen.

Ieder mens heeft de keuze zich toe of af te keren van de zon, en het “zijn” der dingen, door zijn vrije wil. Die vrije wil of ons denkvermogen doen in meer of mindere mate ons bewust of onbewust in dagelijkse zonden vervallen. Die vrije wil en ons “liefdes vermogen” kan ons het tij doen keren, en ons in het vaarwater brengen van liefde, geluk en samenleving vermogen.

[meer lezen? klik naar [R.04.03]


 

 

 

 

 

[12]  GULDEN DRIEHOEK – GROENHEID Getal 9

Groenheid, getal 9 en Hildegard von Bingen.


 

 

 

 

 

[13]    TEGEN VRAAG OF GELOOFS MYSTERIE.

Wat is dat dan, het ‘Mysterie’ God?

Zijn stem is niet hoorbaar, zijn woord niet tastbaar.

Zijn aanwezigheid wel aanvaardbaar, niet fysiek bewijsbaar.

Wel beeldend door Christus en Kerkleraren neergezet.

Velen spreken van gebeurtenissen en ervaringen die het geloofwaardig maken; ‘datgene’ wat Christus ons heeft aangeleerd.

Vele anderen spreken van een ontmoedigende zoektocht met als conclusie; niet vindbaar dus vergeet het maar.

WAT IS ER DAN WEL?

Ik weet wel van een Gods immanentie

Ik weet wel van een liefdes energie

Ik weet wel van een kracht van mensen

Die kracht is ook in mij, in mijn ziel, in mijn denken,

in mijn doen, in mijn werken. Die kracht is ook in anderen, door kennis, door overdracht, door ervaring wordt het aan ieder doorgegeven.

ERVARINGEN

Ik ervaar liefde, kracht en genade,

en door wat anderen beleven en zeggen.

Ik ervaar mededogen en genade door wat ikzelf

doe, beleef en doorgeef.

Ik ervaar geloof, hoop, en liefde, onder andere door de geboorten van mijn kinderen. Geboorte is voor mij een Godsgeschenk, met nieuwe kansen op een beter leven. Voortgang in zuiverheid vanuit de bron, dat diepe “binnen” in mij, dat wezenlijke kenmerk dat oorsprong of ‘vonk’ van leven heet, en aangeduid wordt als ziel, beginsel en levenskracht.

OPEN STAAN

Al vroeg stond ik er voor open, voor het ‘geloofsmysterie’,

maar wist niet van hoe of wat.

[meer lezen? klik naar 888v]


 

 

 

 

 

[14] Vormingsweg en in-groei periode Karmel traditie.

Levensvorm.

Ik zoek en vind aansluiting bij de communiteit of andere vormen van samenkomsten, bezinningsperioden en programma’s van het vormingshuis te Boxmeer.

Thuissituatie.

Ook in mijn thuissituatie, wanneer ik daar werk en woon en mijn sociale contacten heb weet ik in afzonderlijkheid verbonden te zijn met de kloostergemeenschappen binnen de Karmelitaanse spiritualiteit in Nederland, door gebed, gebedstijden, studie en het op zoek zijn naar een Godsbeleving zoals deze past in onze tijd van vernieuwing, herbronning, en secularisatie. Sta ik open voor de kracht en de macht van Wezer(God) en sociaal werelds bewustzijn(invloed van mens op mens).

Vorming.

Ik  kies in een oprecht verlangen naar meer kennis en verdieping, om me verbonden te weten met de leefwijze van karmelieten en karmelietessen en wil graag deel uit gaan maken van de Familia  Carmelitana, door; studie en ontmoetingen. En kies daarvoor voor een persoonlijke ontdekkingsreis, door retraites en bezinningskomsten in het noviciaat of elders te volgen. Intentio Cardis; opdat ik met bewuste aandacht, mijn van hart op hart gerichte geloofsbeleving, wil getuigen.

Geraakt door het Mysterie Gods.

Doordat ik me geraakt weet door het geloofsmysterie en de vele geloofservaringen van hen die ons zijn voorgegaan, en in mij zelf een openstaan voor de ander en anderen ervaar, en ontvankelijk ben voor onze christelijke geloofswaarden, heb ik het charisma en de spiritualiteit van de Karmel tot speerpunten van mijn leven gemaakt.

Op weg naar het geassocieerde lidmaatschap.

Ik ben nu in een fase aangeland waarbij het voor mij belangrijk is geworden, om aan de pater Provinciaal, Ben Wolbers, van de Nederlandse Karmel beweging een brief te schrijven waarin ik hem mijn verlangen kenbaar maak professie te willen doen op de regel, om geassocieerd lid te worden.

Anthoon

22 Januari 2006. Dieren.

[meer lezen? klik naar 01vorming]


 

 

 

 

 

[15]             IN GODS HANDEN              [Teresa van Avila]

Ik ben van U, voor U werd ik geboren.

Wat wilt Gij met mij doen?

Soevereine Majesteit,

eeuwige wijsheid,

goedheid voor mijn ziel zó goed;

God, hoogheid, eenheid, goedheid,

zie neer op mijn geringheid

nu ik uw liefde zó bezing:

wat wilt Gij met mij doen?

Ik ben van U, daar Gij mij hebt geschapen,

van U, daar Gij mij hebt verlost,

van U, daar Gij mij hebt verdragen,

van U, daar Gij mij riept,

van U, want Gij hebt zó op mij gewacht,

van U, daar ik toch niet verloren ging :

wat wilt Gij met mij doen?

Dus, wat beveelt Gij, goede Heer,

dat een zo nietig schepsel doen zal ?

Welke taak hebt Gij gegeven

aan deze slaaf, zo zondig toch?

Zie mij hier, mijn zoete Liefde;

zoete Liefde, zie mij hier:

wat wilt Gij met mij doen?

 

[meer lezen? klik naar avila03]


 

 

 

 

 

[16] Belofte en overweging.

Biddend en werkend sta ik nu voor mijn God,

“Zijn” aanwezigheid is overal tussen mensen waarneembaar,

en velen staan klaar voor het “heilig” moeten, om binnen  een

gezamenlijk “geweten” aan het werk te gaan. Vanaf heden sta ik klaar, dag en nacht, om te bidden, te werken, te weten, en te zijn, voor God, de mensen, en de schepping waarin ik leef.

Ik sluit me aan bij die mensenmenigte die in een onafzienbare rij

aanwezig zijn vanuit het heden, het verleden en de toekomst, zij en ik willen werken aan een veilige en evenwichtige toekomst van onze aarde. Er is een geweten dat mij is meegegeven, en dat zal net zoals mijn kloppend hart, nooit ophouden te bestaan zolang ik leef.

Altijd blijf ik doorgaan met het afwegen tussen goed of slecht, en dat zijn ook de verborgen listen van mijn persoonlijkheid, en dat van andere mensen om mij heen. Er is in mij een drang om te overleven in de wanorde, die “samenleving” heet. Laat ik net als de vele anderen die mij zijn voorgegaan, blijven zoeken naar de ware weg die naar Vrede leidt.

Amen.

15-10-2004

Anthoon

 


 

 

 

 

 

[17] Leefregels (9) met toegevoegde waarden:

1.  Thuis zijn op de plaats waar je, je bevindt.

Waar je, je ook bevindt zorg dat je, je er thuis voelt.

2.  Eén keer in de week in of op de aarde werken (wroeten).

Fysiek met de aarde bezig zijn, als grond of groeimiddel, bewust op de aarde staan, en wandelen kruipen, bemesten, oogsten, verzorgen of ervan genieten.

3.  Je verzoenen met de aarde als wereldbol.

Verzoenen met sterfelijkheid, tijdelijkheid en kwetsbaarheid in de wereld, als maatschappij en samenleving. Afstand kunnen nemen van de medemens en toch ook steeds weer terugkeren naar de ander. Tegenstrijdigheden in jezelf en die van anderen tot overeenstemming proberen te brengen.

4.  Durven wachten, en toch je wezens verlangen niet wegduwen.

Op het goede moment handelen en inspelen op het ritme van het leven. De tijd gebruiken en jezelf de ruimte geven en niet meteen resultaat verwachten. Verlangens uitspreken en niets forceren, maar de tijd laten rijpen, en daar de vruchten van plukken als het moment daar is.

5.  Je voegen naar het ritme van de aarde en de natuur.

Oefenen in de kunst van het luisteren en kijken naar het leven en de mensen. De kunst van het leren leven op het ritme van de tijd, en de omstandigheden, niet alles tegelijk willen doen, en op het ritme dat bij jou past.

            [meer lezen? klik naar M.05.11]


 

 

 

 

 

[18] Anthoon’s zoektocht …

Ik _ God-zoeker, vindt: “ Hem/Haar ” in hén die ons zijn voorgegaan, en in de ‘mens’ om mij heen.

Het is voor mij niet van belang of “Hij” nou wel of niet bewijsbaar bestaat.

Van belang is voor mij, dat wij op weg zijn naar het Omega, en dat ik op eigen wijze antwoord geef op de vragen die ik tegenkom op mijn levensweg.

Ik wil doorgaan met me te verdiepen in de vraag; wat kan onze Christelijke cultuur betekenen voor mij, de mensen om mij heen, en voor de wereld waarin wij vandaag leven?

Ik realiseer mij dat ik het als mijn opdracht zie; me te blijven verdiepen in de vraag; waar, wanneer en hoe, wil ik getuigen van mijn Christen zijn.

Anthoon (LaLucas).

                    Meer lezen? klik naar: Kloosters Abdij (Sion) en zo/meer

Vervolg zoektocht;


 

Het zoeken naar God bewustzijn gaat door, en er is een zeker weten van de in/voedingen van de “Geest Gods” waar ik op reageer en naar leef. De “Geest Gods” spreekt tot ons door mensen, in mensen, en van mens tot mens.

Met de “Geest Gods”  wordt hier de religieuze beïnvloeding van de denkende bovenlaag bedoeld, Teilhard de Chardin noemt dit de “noösfeer”.

God spreekt tot ons

door de “Geest Gods”  en

de “mens Jezus Christus”.

Tmeegvgs.

 

“Godsbegrip” is een eenheid makend beginsel in diversiteit:

 

Karmel Boxmeer

Dieren 22-06-2007

Nijmegen 2011-07-22

-----------------------------------------------------------------------------

Het zoeken naar God via het huis te Boxmeer, is inmiddels een aantal jaren niet meer aan de orde, omdat ik gewogen en te licht bevonden ben. Men heeft mij verzocht daar niet meer te komen en aan retraites e.d. mee te doen.

Nijmegen

2012-02-06

 

 

 

 

[19] Eerste en tweede taal (Huub Oosterhuis 2004-05-09)

Over de verhouding tussen term en woord schrijft Huub Oosterhuis: 'Er zijn twee talen in de taal, twee manieren van spreken, twee niveaus van taalgebruik. Er is een taal van klare waarheden, begrippen en formules. De taal van de heldere logica, de objectieve informatie, de exacte wetenschap. Er staat wat er staat, zo precies en eenduidig mogelijk. .. Een taal van termen. Taal van abstraheren en reduceren. . . Het is goed dat deze taal er is, onze wereld kan niet zonder, en iedereen verstaat en spreekt die taal wel een beetje.

Maar nooit als hij zijn hart wil luchten, en zeggen wil wat in hem is, verborgen en bijna onnoembaar. Als het gaat over liefde en dood en God en Mens, is die eerste taal, die manier van spreken, niet alleen ontoereikend, maar ook gevaarlijk.

Er is een tweede taal... weerlozer en bescheidener dan de eerste. De taal van wat eigenlijk niet te zeggen is . . . Geen code van begrippen, geen getallenstelsel, maar een taal van beelden, van gelijkenissen. Een woord is een zaak, de graankorrel is een mens. De adem van God zweefde over het water in den beginne... Mensen zijn licht en steen, bitterzoet..." Sommigen spreken in verband met de tweede taal over het belang van de oerwoorden. Daaronder verstaan zij dan de meest grondige woorden, de sleutelwoorden van de taal.

Heidegger noemt als zodanig: stervelingen, wereld, goden, aarde, hemel, toespreken, bouwen, wonen, beuk, zee, reiger, boek, beeld, kroon, kruis. Rahner noemt woorden als bloed, nacht, ster, dag, jongen, rook, woord, kus, bliksem, adem, stilte.

De taal van het woord nu, de tweede taal is de taal van prediking en liturgie; het is de taal van de mythe. In deze taal worden niet de historisch controleerbare feiten van ons bestaan beschreven, maar wordt de verborgen zin of de gevreesde onzin ervan uitgezegd.

[meer lezen? klik naar M.05.10]

 

 

 

 

[20]            Meditatie in de zin van, 

‘zitten’ voor God of een hogere entiteit.

Zitmeditatie.

Meditatie in de zin van zitten voor God, of een hoge entiteit, op een afgelegen plek, individueel of in een groep. Hier is er sprake van contemplatie, of een voortdurend aanwezig zijn in concentratie. … Zitten in het hier en nu … is hier, een voortdurend bewust aanwezig zijn en een gericht zijn op iets, een God of hogere entiteit, met als oefening het loslaten van het denken, de onrust die het denken teweeg brengt. Spanningen en gebeurtenissen van het dagelijkse leven laten zijn wat het is.  

Tijdens het zitten kunnen gevoelens van vreugde, smart, waakzaamheid, ongenoegen, hulpeloosheid, eerbied, ontzag en stilte, elkaar afwisselen in een actieve strijdbaarheid, en tegenstrijdige gevoelens veroorzaken van opgeven of doorgaan. Het zitten kán een strijd worden tussen de geest en het lichaam, door pijn en onrust. Het kan ook momenten van vreugde en ontzag geven. Die strijd kan alleen door veel oefenen losgelaten worden.

Het zitten.

Het zitten moet je leren, het is een jarenlange oefening, dat je leven kan beïnvloeden, en het is niet te zeggen hoe lang het leerproces zal duren. Het gaat dan ook om het zitten en niet om het bereiken van resultaat of doel. Er is geen doel wel een weg om te gaan, en tijdens het volgen van die weg de volmaakte stilte of volledige rust ervaren.

Bij meditatie in de zin van zitten voor God of een hogere entiteit, is het van belang alles wat zich in het bewustzijn aandient los te laten en er niet meer mee bezig te zijn. Alle indrukken van buiten, pijn, jeuk en ongemak dienen we te laten voor wat het is. Naarmate iemand in staat is los te laten, zal hij of zij meer en meer de stilte beleven. Die mens kan dan het wezenlijke, het eeuwig onsterfelijke ... ziel ... in hemzelf ervaren. Om dit te kunnen dient men zich eerst de techniek van het zitten  'eigen'  te maken.

[meer lezen? klik naar M.05.06]

 

 

 

 

[21]    Wat is Zonde ?

Over Zondigheid;

Het onderwerp “zondigheid” heb ik gekozen omdat het me zo belangrijk lijkt, er bij stil te staan en te overdenken wat van invloed het heeft op ons leven. Zeker nu het “biecht/horen” binnen onze kerken niet meer zo aan de orde is, denk ik toch dat zonden of zondigheid, niet in ons leven weg te denken is. Het is en zal altijd aan de orde blijven, vandaar dat het me goed lijkt om zondigheid bespreekbaar te maken. Daarbij wil ik uitgaan van aanduidingen en begrippen met de betekenis zoals we dat kennen uit de catechismus (handboek voor godsdienst onderricht), de geloofsleer van de jaren 1960 van de vorige eeuw. Het is een belangrijk besef te weten nog niet verlost te zijn van zonde, en erfelijk belast te zijn, en dat we nog moeten groeien naar een heelheid of eenheid van bestaan.

Zonde -  Is: iedere vrijwillige overtreding van goddelijke of zedelijke wetten.

Zonde - Is: tegen de eigen moraal of ethisch beginsel in, iets bedenken of doen.

 Zonde in de geest van:

- onenigheid met mensen in het leven, in en om je heen

- een conflict met het leven op aarde

- een conflict in een relatie met een ander

Om te beginnen wil ik hieronder graag een vrije interpretatie geven van wat naar mijn idee zonde besef betekent: 

Zon-dé    betekent weggaan van de zon.

Zon-dé    betekent in de religie weggaan van God.

Zon-dé    betekent in de liefde weggaan van de ander

Zon-dé    betekent op het menselijk vlak, weggaan van de

                    medemens en hen de rug toekeren.

[meer lezen? klik naar MY.08.02]

 

Einde deel II.