WAT DOEN WE VANDAAG MET HET WOORD GELOOF?
“ ACTIEF GELOOF ”
AANDACHTSGEBIED: ONZE CULTUUR - HET CHRISTENDOM – EN MENSWORDING
“ ACTIEF GELOOF [2] ”
Over geloof:
HOOFDSTUK 1.
In mijn optiek bestaan er twee vormen van geloven.
Daarin probeer ik onderscheid te maken in twee wijzen van geloven.
* Een wijze van geloven in de Almacht van een ‘Godheid’ die de wereld en de mens geschapen heeft, en zij die dat geloven stellen zich afhankelijk op van de God die zij eerbied betonen, enerzijds.
En anderzijds dat er mensen zijn die geloven dat wij ‘mensen’, in staat zijn de wereld en mensheid, in een gezamenlijke inspanning, naar een hoger plan te tillen.
* Geloof is dan: Je hebt het ‘geloof’, dat je gelooft ‘in dat wat nog niet is’ nog wel worden kan.
1. En dat is een wijze van geloven die om een persoonlijke inzet vraagt, niet alleen als persoon, maar samen met alle mensen van goede wille. ‘Dat’ is een wijze van geloven die om een actieve inzet vraagt, door het verlangen, dat te laten ontstaan wat nog niet eerder bereikt is. Door een gezamenlijke inzet, een verlangen of wens, werkelijkheid te doen laten worden. Als voorbeeld noem ik: Ooit hadden vrouwen geen stemrecht in Nederland, doordat vrouwen daartegen in verzet kwamen, en hun argumenten steeds standvastiger werden, en gedeeld door een steeds groter wordende groep mensen, kregen zij het voor elkaar, dat wat wij nu volkomen normaal vinden.
2. Dat is wat ik bedoel met ‘actief geloven’ binnen een werkbare religiositeit. Je draagt dan een geloof uit, waarin je gelooft, dat wat nog niet is, wel worden kan. Zoals ons biddend verlangen: naar vrede, vriendelijkheid, respect in de omgang van mensen met elkaar, goede sociale contacten in de publiekelijke sfeer, en een wereld zonder angst, geweld en oorlog.
3. Christus is ons daar een goed voorbeeld van, vanuit ‘zijn’ sturend beginsel, verwoord in de evangeliën die wij op de zondagsvieringen aangereikt krijgen. Als gelovige mensen kunnen wij in zijn voetsporen treden, zijn weg bewandelen en ‘hem’ als reddend voorbeeld na volgen.
* Wat is een Actief Geloof?
4. Iemand die 'actief gelooft’ is dan iemand die vanuit zijn biddende houding opstaat, en gelooft dat hij/zij in staat is Christus in zijn/haar leven na te volgen. Is iemand die zichzelf in staat stelt goede dingen te doen, en kwade dingen te mijden. Is iemand die in een gezamenlijke opgetogenheid de belofte doet, de liefdes opdracht van Christus waar te maken, ‘samen’, niet alleen met medegelovigen, maar met allen die van goede wille zijn. In de opgang naar meer ‘menswording’, menswaardig leven en werken.
Vragen die ik mezelf stel zijn:
[a.] Zijn we als samenleving onze religieuze verbondenheid, die in onze
cultuur aanwezig is, aan het verliezen?
[b.] Is of was het christelijk geloof ook een vorm van Geestelijke
Gezondheid, of geestelijke volksgezondheid?
5. Om hier een antwoordt op te vinden, ga ik eerst de brochure over Geestelijke gezondheid bestuderen, die de titel draagt: Wat doen we met ons geloof? Een uitgave van Ambo, een serie over Geestelijke Gezondheid, door W.J. Berger. Uit de jaren 1980-1990 van de vorige eeuw. Dit boekje heeft me geïnspireerd tot het volgende verhaal:
Over Geloven.
[6.] Laten we het geloof doodzwijgen, of incarneren we ‘geloof’ opnieuw in een gezonde levensstijl? Geloof en godsdienstigheid, zijn volgens mij twee begrippen van een en hetzelfde verlangen, en dat zijn die naar vrede en gerechtigheid.
Veranderende vormen in geloofsuiting is dat een denkbare optie? Is dat een wijze van geloven, waarvan de zekerheid van het geloven niet altijd hetzelfde is? Religieuze inzichten zijn veranderbaar, kijk maar naar mensen die er in de verloop van eeuwen een positieve wending aan hebben gegeven.
Het onbehagen betreffende godsdienstigheid.
[7.] Het onbehagen van ‘godsdienstigheid’ in onze cultuur is best al ver gevorderd, en staat wrang tegenover het verschijnsel dat er een onverzadigbare honger naar populaire geloofsbewegingen bestaat, zoals de blije Jezus bewegingen, transcendente meditatie, yoga, oosterse meditatie technieken enzovoort. Mensen trekken in grote getale naar religieuze bijeenkomsten, waar Jezus als de ‘wereldredder van formaat’ wordt voorgesteld, dat is een vorm van geloven, die 'mijn inziens' zijn beste tijd heeft gehad.
[8.] Veel mensen voelen zich niet veilig in de wereld van vandaag, en blijven doorgaan met meedoen aan een lieflijk of ongeloofvaardig geloof [betekenis; vasthouden aan oude begrippen, geen ‘actieve’ wijze van beleving door een onafhankelijke opstelling van God], met de neiging om ‘wat beweerd wordt’ vanuit een Bijbelse traditie, te blijven aanvaarden, ook al maken die, vanuit de tekenen van deze nieuwe tijd, het tot een ongeloofwaardig iets. Je kan het ook lezen als het afwentelen van de eigen verantwoordelijkheid die je draagt, omdat je als mens deel neemt aan deze wereld, door je zo afhankelijk van God op te stellen.
Veel mensen hebben al van ‘twijfelachtige geloofswaarheden’ afstand gedaan.
[9.] Maar helaas nog niet genoeg, binnen de bestaande geloofsgemeenschappen wordt er toch stiekem aan vastgehouden, aan die vroegere zekerheid, in het geloof, dat God of Jezus de wereld zal redden, dat klinkt nog steeds door in de prediking, de gebeden en de leertradities. De sexuele moraal is gelukkig al in een vrijer speelveld terecht gekomen, en de dwangmatigheid van de kerkelijke moraal in onze cultuur tot stilstand gebracht.
Maar hoe nu verder?
[10.] Zijn we in onze cultuur, daarvoor in de plaats, een gezonder criteria gaan ontwikkelen over leefomstandigheden en tegenover negatieve beïnvloeding? Zeker niet! En de vraag, nu de kerk het steeds minder voor het zeggen heeft! Is de Geestelijke Gezondheid in zijn algemeenheid, erop vooruit of achteruit gegaan? Die vraag mag best wel gesteld worden.
Het doodzwijgen van onze religieuze cultuur!
[11.] Het doodzwijgen van een geloof of godsdienstcultuur, heeft vele negatieve gevolgen voor de geestelijke gezondheid van een volk, vele kwalijke elementen krijgen daardoor hun kans om zich te infiltreren, en dat gebeurd ook in Nederland. Er schijnt een soort taboe te zijn ontstaan om over zinnige geloofszaken te spreken, en over zaken die een gezonde moraal te niet doen. Dus iedereen doet er het zwijgen toe, op de trouwe kerkgangers na dan. Het praten over zinvolle raadgevingen, die kerkelijke instituten in huis hebben, mag kennelijk alleen onder het eigen volk nog gedaan worden.
Wat betekent ‘godsdienstigheid’ nu nog eigenlijk?
[12.] En wat houdt het begrip ‘geloof’, aanvaarding en gehoorzaamheid nou precies in? Binnen de oude en nieuwe geloofswereld?
Godsdienstige leidersfiguren hebben altijd de neiging gehad om enigszins autoritair te spreken, als het over leerstellige zaken gaat. Dan worden ze rigide en conformistisch, strak en streng, en verwachten dat iedereen akkoord kan gaan met de voorstellingen die zij willen overdragen. We kunnen nu toch wel langzamerhand constateren dat die autoritaire en kenmerkende gedragingen, en de herhalingsfactor daarin, binnen onze bestaande religieuze structuren, dat die de geestelijke gezondheid van mensen heeft beperkt beschadigd, of in ieder geval tot benauwenis heeft gebracht.
Godsdienstigheid in de oude betekenis betekent: godvrezend leven, godsvruchtig leven, in deugdzaamheid, vroom en devoot leven in gehoorzaamheid. Godsdienstigheid is daar een manier van leven, waarin het geloof in een God, centraal staat.
Wat kan religie dan nu nog voor ons betekenen?
[13.] Carl Gustaf Jung, herinnert ons er aan, en voorspelde dat er een leegte-neurose bij mensen zou kunnen ontstaan, als het geloof in God weg zou vallen. Neurose is een ziekelijke angst voor het leven van alle dag, en stelt zich sterk afhankelijk op van een geestelijke autoriteit. De gang naar de biechtstoel is verdwenen, maar in plaats daarvan, gaan mensen wel in gesprek met psychiaters en therapeuten in plaats van naar een priester of dominee.
Vanuit onze historische wetenschap kunnen we stellen dat er altijd al een soort religieus instinct bestaat bij mensen, een aangeboren drift of verlangen dat nouw samenhangt met spiritualiteit en seksualiteit. Dat men zich verbonden wil weten met boven/aardse machten en krachten.
Het geloof in God.
[14.] Dat is een monotheïstisch geloof, die er van uitgaat dat er maar één God bestaat, zoals die wordt aangehangen in het Christendom en de Islam. Deze God is Oppermachtig, die kan dus van alles laten gebeuren, of er invloed op hebben. Hij kan wonderen verrichten en rampen veroorzaken. Daar valt veel over te zeggen, waar of niet waar, en of God er een bedoeling mee heeft. In mijn optie is er geen God zoals die wordt voorgesteld. Volgens mij kan je verwachten dat er sprake kan zijn van een oorzakelijke scheppende instantie of levensenergie die of dat als een constante op al het leven inwerkt, met een energieke kracht, zoals de kracht van de zon, die op ons inwerkt. Niet de oorzakelijke instantie of energie is verantwoordelijk over het goed en kwaad, maar de mens die, die energie fout gebruikt, of frustreert door een milieu belastende leefwijzen of gebruikt ten koste van anderen.
Het verschil tussen Religie en Godsdienst.
[15] Godsdienst is: Leven onder het gezag van een God, met regels, geboden en verboden, neergelegd in Wet en Bijbelboeken of Geloofsbelijdenissen. Is geloven dat God, hoe dan ook bestaat, en het leven beïnvloedt naar Zijn goeddunken.
Religie: Religie, is een manier van leven en denken van de zoekende mens, die middels een stelsel van verhalen, rituelen en voorschriften, zich voorstelt hoe zich te gedragen. Is geloven in een God of voortgangsprincipes, dat hen voordeel zal geven naar een paradijselijke toekomst, die op het einde der tijden verwacht wordt.
[16.] Religie is ook een vorm van zingeving waar mensen blijven zoeken naar de betekenis van het leven. Mensen willen door religie zich verbinden met elkaar om in gezamenlijke zin het bestaan te begrijpen. Religie heeft altijd het ontstaan van de aarde en wereldse dingen willen verklaren, die mens zoekt naar antwoorden naar de zin van het bestaan, het leven en de dood.
Religie geeft betekenis aan het leven van de dag, aan kommer en kwel, en verklaart de schoonheid van de natuur, verklaart spiritualiteit, gevoelens en gedachten in relatie met macht en onmacht, over goed en kwaad. Religie bestaat uit geloofsstelsels in geloof en deugdenleer, om vroom, deugdzaam, godsdienstig en godvruchtig te leven.
Religie omvatte het geloof in God of goden, waarvan hij het bestaan niet kon verklaren, waar de mens geen zeggenschap over heeft, maar die hij wel dient te gehoorzamen. Is een godsdienstige beleving, die verbondenheid nastreeft met zichzelf, de ander, de wereld en in gemeenschappelijke samenhang. Het lijkt mij zinnig en van belang, het oude geloven te laten zijn wat het is, door verder te gaan in een nieuwe eigentijdse geloofscultuur; het 'geloof' in het eigen kunnen!
Bestaat er wel echte godsdienstigheid?
[17.] Godsdienstigheid is het bijeenkomen om een God welgevallig te zijn!
Of is het een behoefte om ergens bij te horen, om angsten af te zweren, en je veilig te voelen? Is het om je achter de gebeurtenissen te postuleren? Postuleren betekent dat je iets beweerd of naar voren brengt, dat je wil dat het waar is. Of is het omdat de grootte en de ernst van de gebeurtenissen in de wereld waarin je leeft, die je in verwarring brengen en je niet meer kunt begrijpen waarom het plaats vindt?
Bestaat godsdienstigheid uit een positief verlangen, of is het een bittere noodzaak. En hoe valt het te verklaren dat zoveel mensen tegenwoordig denken godsdienstigheid niet meer nodig te hebben?
Ze hebben er geen behoefte meer aan, of ze geloven er niet meer in.
[18.] Godsdienstigheid, is ook een ander woord voor vroomheid, godvrezendheid, godsafhankelijkheid, godseerbaarheid, godsgehoorzaamheid.
Vrijheid van geloofsovertuiging is zeker wel debet aan dat mensen niet meer mee willen doen, en dat maakt godsdienstigheid zeer variabel/wisselbaar minder navolgbaar in geloofwaardigheid, van liberaal tot conformistisch, van een vrije vorm van invulling naar streng dogmatisch vasthouden omdat iedereen het doet. Waarvan men tegenwoordig eerder afstand van neemt, dan waar men vroeger de neiging had alles maar te geloven wat er verteld werd.
Religie en religieus gedrag lijken overbodig te worden, maar is dat wel zo?
[19.] Religie en religieuze verhalen, symbolen en rituelen lijken niet meer nodig te zijn om ‘mensheid’ de goede richting in te sturen. Omdat het merendeel zelfstandige en ontwikkelende mensen zijn geworden, die geen angst meer bezitten voor duivel en onverklaarbaar onheil? Helaas is dat niet helemaal het geval, mensheid is aan het verloederen, langzaam maar zeker worden veel zaken, steeds slechter, viezer en onbehoorlijker, fatsoensnormen worden steeds openlijker overschreden, en steeds minder mensen hebben de moed daar in het openbaar iets van te zeggen of er een oordeel over te vellen. Angst om je stem te verheffen of je hoofd boven het maaiveld uit te steken, zal daar wel debet aan zijn.
En dat is toch hoogst merkwaardig in een land dat zich roemt om haar vrije meningsuiting!
[20.] Religie kan je echter ook als een soort oerdrift of verlangen bezien, waarin mensen heil verwachten van een God of boven/wereldlijke instantie die boven de strijdende partijen haar Almacht vertoont. Maar deze vorm van religiositeit kan ook een gevaarlijke drift zijn, betreffende oer/impulsen die niet meer voor rede vatbaar zijn. Terwijl het toch steeds duidelijker wordt dat een Godheid of boven/wereldlijke instantie niets vermag, niet in staat is, niet een direct vermogen heeft tegen de ongebreidelde machtswellust van mensen in te gaan, tegen mensen die hele gemeenschappen aan het wankelen hebben gebracht en deels vernietigd hebben. Wij mensen, wij mensheid, kunnen dat wel, vanuit onze basisgeloofsgemeenschappen kunnen wij door individuele perspectieven, volgelingen van Christus zijn, met elkaar verbonden bronnen van liefde zijn. Maar dan zullen wij wel vormen van 'actief geloof' het 'daglicht' moeten laten zien.
[21.] Christus boodschap, kan je dus ook zien als ‘een genezende’ voordracht, dat doel aan het leven geeft, zin en toewijding, eerbied, dankbaarheid, ontzag, alsook verplichtingen, en een voorwaarde kan zijn voor goed leven in de wereld van vandaag.
Het kan kortom een samenhangend geheel aan belevingen en gedragingen zijn. Die ‘betrokkenen’ in beweging zetten ten bate van een persoonlijk eigen-zielenheil, maar die ook een belangrijke activerende invloed kan hebben op de samenleving zelf, aan maatschappijen en organisaties waarin het leven zich afspeelt.
[22.] Derde en vierde vraag:
[c.] Kunnen religieuze gemeenschappen met mensen die een 'actief geloof' aanhangen, invloed hebben op de samenleving waarin zij leven, waarin agressieve tendensen steeds meer invloed heeft op het gedrag van mensen?
[d.] Kunnen religieuze gemeenschappen ethische en spirituele voorbeelden uitdragen in haar directe omgeving, in de wijk of stad waarin zij zich bevindt?
Ik denk van wel, voorwaarde is dat we er in geloven dat het zin heeft, en dat we bereid zijn van goede en slechte ervaringen te leren.
We kunnen het in ieder geval proberen.
Anthoon Lucas Budel
Nijmegen
2018-11-16
Over geloven:
HOOFDSTUK 2.
De maatschappij en samenleving waarin wij leven ...
[1.] Kortom via de religie richten mensen zich tot de kosmos, het heilige of God, in wie zij wel of niet kunnen geloven. Als mensen zich daar los van maken, kunnen velen van hen zich weer onrustig en angstig gaan voelen. Als mensen niet meer in God kunnen geloven, waarin geloven zij dan nog wel? Ondanks al deze afwegingen kunnen we zien dat mensen zich blijven bezig houden met religieuze zaken, en dat kan met of zonder God.
[2.] De vraag blijft bestaan of er nog van een authentiek [geen namaak] geloven sprake kan zijn, Religieuze bijeenkomsten waren oorzakelijk met behoeftereligie verbonden, vrij van angst, vrij van je verlaten voelen, veilig aanwezig te weten in een vertrouwde kring. Religie is meer dan leren omgaan met een ander, zoals in een relatie of de seksualiteit, inclusief omgaan met menselijke tekortkomingen, functies en mogelijkheden. Religie is ook verbonden op wereldschaal met alle mogelijke verbanden van geloofsgemeenschappen en individuele acties, ter verbetering van ‘mensheid’, zoals aandacht tegen oorlog en voor vrede, gezond milieu, en tegen armoede.
[3.] Religie en religieus gedrag kan je ook als een soort surrogaatbevrediging zien, vanuit een behoefte naar een middel tegen angst en verderf. Een soort maakbare ondersteuning door mensen bedacht en toegeschreven aan de onbekende God, hoog in de hemel zetelend op een troon, met een tig aantal aartsvaders om Hem heen. Waaronder je, je veilig kon voelen, wel met een hiërarchische opbouw in de dagelijkse werkelijkheid, aan verschuifbare verantwoordelijkheden, boven het volk de pastoor, dan de Bisschop die het beter wist, en dan de Kardinaal die het meest wist. Opgebouwd uit rangen en standen, door mensen gerangschikt, met God de Vader bovenaan op de troon als Hoofdverantwoordelijke, die verder niks van zich laat horen.
Religies zijn door de cultuur bepaald, of bepaalde religie de cultuur?
[4.] In latere tijden is de mens natuurwetenschappelijker gaan denken, totdat de kerkelijke instituties het gingen verbieden. Maar het natuurwetenschappelijke denken heeft het mogelijk gemaakt, dat we de aarde in zijn totaliteit konden bezien. En dat heeft weer veroorzaakt dat we wantrouwig zijn geworden in onze tijd, op de moraal van religieuze denkers. En velen distantieerden zich met van alles wat met mysterieus, dogmatisch, en devoot door ging.
[5.] Dat maakte onze tegenwoordige cultuurkritiek mogelijk, en wakker, een eeuwigdurend afschuiven aan verantwoordelijkheden aan mensen die een ladder hoger staan in de volgorde van de Kerkhiërarchie. In de vaart der volkeren konden mensen hun persoonlijke identiteit beter tot uiting laten komen. Wie je bent, hoe je heet, waar je geboren bent enzovoort. Dit maakte het mogelijk dat het mysterieuze, religieuze en spirituele minder deel uit ging maken in s’mensen wijze van wonen, werken en leven.
[6.] We zijn in de laatste decennia’s echter anders gaan kijken naar de zin van leven, van lijden en hoe de samenleving er uit moet gaan zien. Veel negatieve tendensen laten we met zijn allen gebeuren, en als individu hebben we geen vat meer op industriële en technologische ontwikkelingen, omdat we niet bereid zijn er over na te denken of het ook anders kan. Is ook niet eenvoudig maar het zou wel moeten gebeuren.
[7.] Terugkijkend wil ik vaststellen dat we ondanks de jaren 1900-2000 waarin het christendom hoogtij vierde we slecht zijn opgevoed, in de zin van, wel geloven in een barmhartige God, maar geen waarachtig persoonlijk geloof vanuit een wilskrachtige inzet. Met als gevolg dat te weinig mensen opvoeden vanuit een spirituele geloofwaardige religieuze inspiratie.
Het is dan ook van belang dat we geloven op twee manieren kunnen onderscheiden:
In GOD:
1. Geloven is: Geloven in een God.
In GELOOF:
2. Actief Geloof is: Je hebt het ‘geloof', dat je gelooft ‘in dat wat nog niet is’ nog wel worden kan.
Geloven in een God omdat iedereen eraan mee deed, zo was het toen. Is niet hetzelfde als ‘actief’ geloven, wat nu te weinig mensen nog beseffen. Als gelovige mensen ‘actief’ zouden gaan geloven, dan gaat ‘mensheid’ de goede kant op, dan veranderd onze cultuur naar meer menselijkheid.
Het lijkt erop dat steeds meer mensen religie zijn gaan doodzwijgen.
[8.] Ondanks dit alles vindt ik het verstandig, dat we ‘actief’ religie en geloof op de kaart blijven zetten.
Als religie zoiets is als een positieve oerdrift, en een drive kan zijn naar wat goed en levenswaardig is, dan kan ‘geloof’ in de actieve zin daar een antwoordt op zijn. Zoals je vroeger kon geloven dat de God van Abraham de mensheid een verbond heeft aangereikt, dat neergeschreven is in Wijsheidboeken als die van de Bijbel. Dan kan ik ook nu geloven dat ‘de mens’ in staat is een nieuwe weg in te slaan, dat meedoen met religie geloofwaardiger zal maken.
[9.] Die mens kan volgens mij leren begrijpen dat wat zich op religieus gebied heeft afgespeeld en blijft afspelen, hij door nieuwe kennis en inzichten, opnieuw kan leren geloven. Want godsdienstigheid en ‘actief geloof’ zijn twee dingen van eenzelfde wereldomvattend verlangen, dat verlangen naar vrede en veiligheid.
En ‘actief geloof’ kan mensheid een nieuwe impuls geven vanuit de basis van alle geloofsgemeenschappen die bestaan uit mensen zoals u en ik. En ook zoals dit in het ‘Visioen van Liefde’ is verwoord.
K. von Durckheim; De realisering van een levend geloof: HARA 1961
[10.] De realisering van de mogelijkheid van een levend geloof, rust als in het geloof van alle tijden op drie pijlers: die van de beleving, die van het inzicht en die van de oefening.
[10.a] Als de mens vervreemd is geraakt van zijn godsdienst, kan hij door bewustzijnsoefeningen het spoor van zijn ‘zijnsgrond’ opnieuw vinden. En volgt hij de weg naar het ware geloof. Aldus staan wij voor de opgaaf, als de mens die aan het einde van zijn wijsheid is aangekomen, de inhoud van zijn meest wezenlijke belevingen duidelijk te maken. Dat hij voor zichzelf de poort naar zijn grondwaarheden en wetten van het leven gaat ontsluiten, maar vooral ook om hem de weg te wijzen naar het oefenen van een instelling, die daarmee in overeenstemming is. En zonder welke er geen groeien en rijpen in geloof kan zijn [blz. 14 uit: Het dragende midden van de mens 1961].
Religie als ‘geestelijke zorg en hulpverlening’?
[10.b] Kan religie een vorm zijn van gemeenschappelijk activiteit dat het welzijn van mensen in onze samenleving kan bevorderen?
Kerkelijke hulpverlening is al eeuwen aan de orde, zie de gasthuizen in het verleden, en de veelzijdige diaconale inspanningen die er ook nu zijn. Maar geestelijke zorg in de zin er voor elkaar te zijn, omzien naar elkaar, kan een voortzetting worden vanuit een biddende houding naar actieve bewogenheid.
[11.] Zoals theologen uit godgeleerdheid wetenschappelijke uitspraken deden om de aanwezigheid van God te verklaren, kunnen wij gelovigen ‘religie’ vanuit de basis opnieuw gestalte geven. Door de evangeliën als een ‘gemeenschappelijk streven’ zichtbaar te maken in spiritueel en contactvaardig gedrag, door elkaar behulpzaam te zijn in het overleven in een wereld die af en toe op zijn grondvesten staat te schudden. In een maatschappij die door geld, hebzucht en dwingelandij zichzelf heel vaak niet meer in de hand heeft. Waar ook gezaghebbende instanties geen raad meer mee weten.
Geestelijke gezondheid en maatschappelijke orde.
[13.] Bedoeld wordt hier de geestelijke gezondheid, die wel of niet beïnvloedt wordt door de wijze waarop de Nederlandse samenleving in politiek, maatschappelijk, economisch en sociaal opzicht functioneert. De kwaliteit van onze normen en waarden cultuur wordt systematisch aangetast, met alle gevolgen van dien.
Religie is een wijze van zien en doen.
[14.] Zoals H.M. Kuitert ons heeft laten zien in zijn begrippen als ‘KIJK OP’ Een manier van geloven, zoals dat door ‘mensheid’ als een verbeeldende werkelijkheid ‘verbeeld’ is geworden.
Religie is dan een wijze van zien, een manier van kijken, van beleven, van waarnemen, en eraan deelnemen zijn. Vanuit de psychologie zou je kunnen zeggen, dat ieder mens deelnemenswaardig is, omdat mensen elkaar nodig hebben om vreugde en verdriet te delen. We elkaar nodig hebben in roerige en rampzalige tijden. In de psychologie wordt aan deze wijze van deelneming veel aandacht besteed. Veronderstel bijvoorbeeld hoe het zou zijn als de mensen op onze aarde, alleen maar door heersers onderworpen zou worden, dat zou alleen maar betekenen dat het 'kwaad bloed' blijft zetten. De mentaliteit van heersen en de baas spelen maakt dat mensen niet meer kunnen geloven in rechtvaardigheid, en vertrouwen hebben in de ander.
[15.] Mensen kunnen zich alleen vrijelijk bewegen binnen een orde die door ‘allen’ gerespecteerd kan worden. Er is een onderscheidende waarneming mogelijk in de orde van ons bestaan, tussen auto/centrisch [vanuit de harde kern van ons bestaan reageren], en ortho/centrisch [op de ander met begrip en respect reageren]. Manieren van waarneming en reageren, door kennis van wijsheid in de esthetica en die van religie worden ons al eeuwen aangereikt.
[16.] Vanuit de Bijbelverhalen kan een mens zich laven aan het heil dat hem beloofd wordt, als hij zich als een luisterende dienaar voor Gods genaden openstelt, en deelneemt aan de gebedsritmen in een beloftevolle toekomstverwachting. Religie kan een mens ook simpelweg een soort van (schijn)basisveiligheid bieden in menselijke nood, of in oorlog en gevangenschap, zowel als ramspoed of anderszins onheil. Maar in hoeverre is dat een soort van schijnveiligheid gebleken, in hoeverre is het een vorm van postuleren, iets beweren waarvan niemand weet of het zo werkt?
[17.] Religieuze ervaringsmomenten kunnen in ons echter, diepe roerselen in beweging brengen, door gebed, rituelen en gezangen, die ons diep van binnen overtuigen dat er meer is dan we zien kunnen. Ervaringsmomenten die ons zeer dierbaar kunnen zijn, en die de grondslag van ons leven raken. Tenzij ik ontrouw wordt, aan de boodschappen die mij aangedragen worden, of door vertwijfeling of het geloof in mij wel voldoende draagkracht bezit om er mee door te gaan. Daarom is het voor mij althans belangrijk dat we onderscheid in het geloven maken, geloof je in een god, of geloof je erin dat wij met allen van binnenuit, de droom van o. a. Martin Luther King waar kunnen maken: door te geloven dat we het echt ‘samen’ dienen te doen, dat we elkaar nodig hebben, om dromen waar te kunnen maken, door een actief geloof.
[18.] Door theoretische beschouwingen in het praktische werk van K. von Dürckheim, kan je je de vraag stellen of er sprake is, in de religie, of ‘gelovigen’ net zoals psychotherapeuten, ook met psycho/ziel/zorgelijke begrippen en voorstellingen bezig zijn. Want je zou goed kunnen zeggen, dat er van een dualistische verbondenheid sprake is, tussen het menselijk welzijn in een teveel aan rijkdom, en van menselijke armoede, door een 'teveel tekort' aan middelen van bestaan. Behoefte en mogelijkheden lopen niet altijd parallel, in de verhoudingen vrede-vrijheid-welvaart-veiligheid, het zijn allemaal factoren die een wisselbare rol spelen, binnen het speelveld van onze menselijke samenlevingen.
[19.] De behoeften en de menselijke mogelijkheden om de genoemde 4 onderscheidingen; vrede-vrijheid-welvaart-veiligheid op elkaar af te stemmen, zijn afhankelijk van de ontplooiing der zinnen in de persoonlijke menselijke sfeer, deze kunnen teveel bezig zijn met gedachten aan plannen ten eigen bate of; ten bate voor het plannen ten bate van ‘heil’ voor een samenleving van allen, en kunnen mede worden bestuurd door het hart en het verstand. Persoonlijke behoeften en overdadige persoonlijke verlangens kunnen behulpzaamheid en rechtvaardigheid in de weg staan.
Over geloven:
HOOFDSTUK 3.
[1.] Als wij [christenen] dan de weg, de waarheid en het leven van Christus, als ware volgelingen volgens een ‘actief geloof’ in eigen kunnen, zouden hebben afgelegd, dan had religie van het christendom er heel anders uitgezien dan nu het geval is.
[2.] Hoever zou de groei en de menselijke integratie kunnen gaan als mensen een groter persoonlijk actief geloofsgehalte zouden ontwikkelen, als tot nu toe het geval is. Schaamte, schuld en boete waren zaken die mensen in hun schulp deden kruipen. In plaats van op eigen initiatief en vindingrijkheid, vruchtbaarheid in creatieve spiritualiteit, in de juiste zin tot haar recht te laten komen.
Gezond verstand in een gezond geloof.
[3.] Gezond verstand in een gezond geloof is een orde van belang. Want door geloof in eigen kunnen, kunnen we ook ervaren waarin onze tekorten liggen, en is er een leerweg mogelijk om tot verandering te komen. Door ‘geloof’ kan zwakheid worden overwonnen, mensen kunnen dan kiezen voor een rechtvaardigde strijd [zonder wapens] tegen het kwaad, dat structureel en aanhoudend in onze samenleving werkbaar is gebleven.
[4.] Gezond geloof dient het dogmatische in religie te doen versterven. Zodat vernieuwende impulsen van wijsheid en denken kunnen worden toegelaten. Door gezond verstand en een gezond geloof kan zwakheid overwonnen worden. Mensen kunnen kiezen voor een gerechtvaardigde strijd tegen kwalijke indoctrinatie, dat structureel en veelvuldig in onze wereld haar invloed op ons uitoefent. Gezond geloof kan de dogmatische starheid van institutionele constituties van honderden jaren oud verlichten naar een vorm van geloofsbeleving in de orde van onze tijd. Religies hebben van nature de beschikking over leermodellen vol met raadgevingen hoe met geloof, het leven en met elkaar om te gaan, dat zijn ook gedragsregels die zeker van pas komen.
[5.] Omdat mensen er eeuwenlang van uit zijn gegaan dat deze regels door een Hogere Macht zijn ingefluisterd, werden zij voorgeschreven, als onveranderbare adviezen, die door geen mens aangetast mochten worden, en zij zijn een ongekende onwrikbare machtsfactor gebleken, die geen goed hebben gedaan aan de geloofwaardigheid van geloofsvoorstellingen en communiteiten, in kerkelijke en kloosterlijke geloofsgemeenschappen in de laatste honderd jaar.
De fusie van de kerken.
[6.] De tijd dat kerken, pastoors en dominees het voor het zeggen hadden is voorbij. De Wijsheid/boeken dienen te worden herdacht en opnieuw beproefd te worden. En de duivel kunnen we het best alleen nog maar als karikatuur in leven houden. De fusies van de kerken, of beter gezegd het oecumenisch samengaan is een product van onze tijd. Dat je goed kan zien, als een door de tijd gedwongen wijze van bij elkaar komen, door het slinkende ledental, maar beter nog als een gedwongen feit, anders was dat 'samengaan' er allicht niet van gekomen.
Onderscheiding der geesten.
[7.] De ‘onderscheiding’ der geesten is een wijsgerig concept, waarmee het menselijk vermogen te kunnen onderscheiden wat wordt bedoeld, om de verschijningsvormen van goed en kwaad te kunnen beoordelen. Het is wellicht verstandig om door geleerde ervaringen en inzichten, ‘godsdienstigheid’ kritisch te bekijken, en allicht is het zinnig om geloof als een vorm van geestelijke gezondheid te zien, dat ook met een maatschappelijke vorm van bewustzijn kan worden vergeleken, met een wijze van doen dat goed is voor mens en samenleving.
[8.] Door de theologische orthodoxie [rechtzinnig-onveranderbaar] was het voor iedereen duidelijk dat de leer voor allen als zodanig navolgenswaardig was. Maar de dwangmatigheid van de ‘leer-orthodoxie’ van de verhalen maakte dat vernieuwing niet mogelijk was, en verlichte geesten in de ban werden gedaan.
[9.] Het lijkt goed en verstandig om na te gaan in hoeverre de te onderscheiden geloofsgemeenschappen, gelijkwaardige doelstellingen bezitten aangaande hun religieuze activiteit. Nagaan of in hoeverre de kernboodschappen van de diverse religies dezelfde zijn en overeenkomen met elkaar. Zoals; aandacht voor zorg, respect voor mens en natuur, waakzaamheid, trouw, kuis, wijsgerige begrippen, barnhartigheid, rechtvaardigheid, matigheid, edelmoedig, vertrouwen en eerlijkheid. Deze herkenbare waarden kunnen voor iedereen gelijkelijk te herkennen zijn, dat ligt tenminste in de verwachting. En zouden de basiswaarden of basisbegrippen kunnen zijn voor samenwerking en of herkenbaarheid, voor een gelijkwaardige normen en waarden cultuur in het land van aanwezigheid, ondanks de te onderscheiden godsdienstige of religieuze geloofsbelijdenissen van de diverse religies of disciplines.
[10.] De religieuze belangstelling voor spiritualiteit, kerken, kloosters, mystiek en filosofische voorstellingen, die losraken van de gevestigde institutionele kerken, mag best opnieuw in goede banen geleid worden, door mensen met gemeenschapszin en de overtuiging te kunnen groeien naar een gemeenschappelijke samenwerking en toekomstvisie.
Met de wetenschap dat het goed is om gemeenschappelijk visies te ontwikkelen, waardoor we als mens tegenstand kunnen bieden aan demoraliserende tendensen in onze maatschappijen en werelden. En dat kan heel mooi op oecumenische grondslag:
Wikipedia: Oecumene is afgeleid van het Griekse woord οἰκουμένη, oikoumenè dat wil zeggen "de bewoonde wereld". Met deze term wordt gewoonlijk een groeien naar religieuze eenheid aangeduid, verwant met het irenisme. In de brede betekenis kan dit gezien worden als een streven naar wereldwijde religieuze eenheid (eenheid van alle alle kerken). In de smallere betekenis bevordert de oecumene de eenheid, samenwerking of het onderlinge begrip tussen de diverse religieuze groepen of kerkgenootschappen binnen een religie.
Binnen het christendom wordt met oecumene thans meestal het naar elkaar toegroeien, elkaar leren verstaan en het samenwerken bedoeld tussen de verschillende christelijke genootschappen, met name tussen de Katholieke Kerk en de genootschappen die door het Schisma van 1054 en de Reformatie zijn ontstaan. Een belangrijk document in de christelijke oecumene is de verklaring van de Commissie voor Geloof en Kerkorde van de Wereldraad van Kerken over doop, eucharistie en ambt, ook bekend als het Lima-rapport, dat in 1982 verscheen. De Franse priester en theoloog Yves Congar (1904-1995) was een belangrijk geleerde op dit terrein. De oecumenische praktijk kreeg onder meer vorm in de door Frère Roger gestichte interconfessionele communiteit van Taizé.
Door het begrip 'actief geloof' als een 'werkende energie' in te zetten, kan de mens van vandaag, 'negatieve wereldse energie' omzetten in 'positieve opbouwende energie' dat de wereld een ander aanzien zal geven. Zowel biddend, als luisterend, als actief en religieus.
Overal waar we ons bevinden.
Een Visioen van Liefde … van een geloofsgemeenschap uit s-Hertogenbosch:
[11.] We hebben aandacht voor het religieuze
door samen het leven te vieren
in liturgische bijeenkomsten
waar aandacht is voor elkaars vreugde en verdriet
waar aandacht is voor verstilling, bezinning en gebed.
[12.] We hebben aandacht voor het religieuze door
samen op zoek te gaan naar ieders inspiratiebron
waaruit men leeft, groeit en bezield wordt
het leven tegemoet treedt,
door samen op zoek te gaan
naar dat wat ons ten diepste raakt
en in beweging zet.
[13.] We hebben aandacht voor het religieuze door
samen op een open manier in gesprek te gaan
over de verbondenheid met het leven
over de weg die jij kunt gaan,
over het zicht op jouw werkelijkheid,
over jouw relatie met het ‘goddelijke’ in jou.
[14.] Zo willen wij elkaar
ontvangen, ontmoeten, ontdekken en ontwikkelen.
Zo willen wij groeien in geloof,
opdat elke mens er mag zijn,
mag leven, ten volle.
En toch, ik ervaarde in de praktijk van het leven, dat het mooie woorden zijn, maar binnen de oude geloofstraditie niet echt verwezenlijkt kon worden.
[15.]
De Zweedse Dag Hammarskjöld,
verwoordde zijn levensweg zo:
“Ik weet niet wie – of wat – de vraag stelde.
Ik weet niet wanneer zij gesteld werd.
Ik herinner me niet dat ik antwoordde.
Maar eens zei ik ja tegen iemand, of iets.
Vanaf dat moment heb ik de zekerheid
dat het leven zinvol is
en dat mijn leven een doel heeft.”
[16.]
[1. Wat is menswording? Menswording betekent hier dat we als mensheid in staat zijn het ‘menselijk leven’ naar een hoger plan te tillen, door liefde, aandacht, mededogen, begrip, respect, dat het goddelijke zich met het menselijke zal verenigen in dienstbaarheid aan elkaar]
[2. De Mens. De mens is een diersoort dat boven alle soorten verheven is, door zijn intelligentie, zijn reflexief/vermogen, zijn werkelijkheidszin, en toekomstvisies. Is een diersoort die in staat is terug te kijken naar waar hij vandaan komt, wat hij/zij aan het doen is, en waar hij/zij naar toe gaat.]
Anthoon Lucas Budel
16 augustus 2018
Nijmegen
Zingeving teksten | Events | Lofzangen | Compassie - Doen | Liefdes - Intens teksten | Natuur foto's | Kruisgang | Actief |
Dienstbaar aan de ander | Waarom deze website? | Werken aan vrede | Kringloop van liefde | Liefdes Mysterie en Teilhard | Liefdes almacht |